Voorbeelden

Aan de hand van onderstaande voorbeelden willen we het gebruik van GRO illustreren. Het betreffen echter geen volledig afgewerkte dossiers, maar eerder uitreksels om het gebruik van elk criterium toe te lichten. Om verwarring te voorkomen, hebben we scores uit vorige versie van GRO vertaald naar de GRO 2020 versie.

Algemeen

Op het tabblad “overzicht SITE” kan de opdrachtgever de criteria die niet van toepassing zijn op het project uitvinken.

 

Op hetzelfde tabblad kan men een globaal prestatieniveau voor het project opleggen en / of minimale prestatieniveaus voor bepaalde criteria vastleggen. Met behulp van dit overzicht kan de ambitie van het project gepresenteerd worden.

Voorbeeld van het verplicht minimaal prestatieniveau bij aanvang van een project op het tabblad “Overzicht – SITE”

Op het tabblad “detailoverzicht SITE” kan men de site, in tegenstelling tot het gebouw, slechts éénmalig beoordelen. Er worden geen fases gehanteerd.

 

In kolom E “prestatieniveau (deel)eis” kan men het prestatieniveau van de (deel)eis invullen aan de hand van een dropdown menu. Het percentage, de punten per criterium en de prestatieniveaus worden automatisch gegenereerd.

Voorbeeld van een detailoverzicht voor de Site

Zodra het detailoverzicht is ingevuld verschijnen de resultaten ook in het tabblad ‘Overzicht SITE’. Men kan nakijken of het prestatieniveau overeenstemt met de vooropgestelde ambitie.

Voorbeeld van de resultaten voor het voorbeeldproject in het tabblad “overzicht SITE”

Het tabblad radardiagram is een grafische vertaling van de resultaten uit het detailoverzicht. Zo kan men vlot nagaan voor welke thema’s het project goed scoort en waar er ruimte is voor verbetering.

 

De resultaten worden automatisch in een radardiagram weergegeven, wanneer de prestatieniveaus ingevuld worden in het detailoverzicht.

Voorbeeld van de resultaten voor het voorbeeldproject in het tabblad “radardiagram”

Op het tabblad “overzicht alle fases” kan de opdrachtgever de criteria die niet van toepassing zijn op het project uitvinken.

 

Welke criteria zijn relevant voor een specifiek project?

Afhankelijk van de vorm en inhoud van een project kunnen hier grote verschillen optreden. Voor een herinrichting waarbij niet aan de buitenschil geraakt wordt, zijn er veel minder criteria van toepassing dan voor een grondige renovatie of een nieuwbouw.

 

Op hetzelfde tabblad kan men een globaal prestatieniveau voor het project opleggen en / of minimale prestatieniveaus voor bepaalde criteria vastleggen.

Voorbeeld van het verplicht minimaal prestatieniveau bij aanvang van een project op het tabblad “Overzicht – alle fases”

De tabbladen detailoverzicht worden per fase door het ontwerpteam ingevuld. In kolom E “prestatieniveau deeleis / Bonuspunten” kan men het prestatieniveau van de (deel)eis invullen aan de hand van een dropdown menu. Het percentage, de punten per criterium en de prestatieniveaus worden automatisch gegenereerd.

 

De opdrachtgever controleert de bewijsvoering en het prestatieniveau (kolom L).

Voorbeeld van een detailoverzicht voor de fase definitief ontwerp.

Zodra een fase is ingevuld verschijnen de resultaten ook in het tabblad ‘Overzicht alle fases’. Men kan op die manier verschillende fases met elkaar vergelijken en de evolutie van het project opvolgen.

Voorbeeld van de resultaten voor het voorbeeldproject in het tabblad “overzicht alles fases”

Het tabblad radardiagram is een grafische vertaling van de resultaten per fase. Zo kan men vlot nagaan voor welke thema’s het project goed scoort en waar er ruimte is voor verbetering.

 

Via het keuzemenu rechtsboven kan de gewenste fase aangeduid worden. Zodra de betreffende fase is ingevuld in het detailoverzicht verschijnt het radardiagram automatisch.

Voorbeeld van de resultaten voor het voorbeeldproject in het tabblad “radardiagram” voor de fase definitief ontwerp

Criteria voor Site

MOB: Een duurzaam mobiliteitsplan voor de site en een veilige en aangename omgeving voor alle weggebruikers.

Het criterium

MOB1

De bereikbaarheid van de site met het openbaar vervoer.

 

Bijlage

MOB1-rekenblad

Eisen :

Deeleis 1. Rekenblad MOB1 Met het openbaar vervoer

 

Bonuspunten te verkrijgen :

Nee

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)

 

Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II

 

Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte

 

Totale oppervlakte: 110.000 m²

 

Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70

 

Resultaat voor MOB1: Beter

Gebruik van GRO

Eis 1: Rekenblad MOB1 Met het openbaar vervoer

Noot: De opsplitsing in free-floating en station-based deelsystemen werd pas in de GRO versie 2020 ingevoerd.

De ritfrequentie van trein, metro, tram en bus werd onderbouwd met de desbetreffende dienstregelingen tijdens het piekuur.

Uittreksel van ritfrequentie trein

Station Brussel Noord – ma 04/06/2018 – vanaf 8u tot 9u

Uittreksel van ritfrequentie metro

Station Brussel Noord – maandag – dinsdag – donderdag – vrijdag van 17u30 tot 18u30

Uittreksels van ritfrequentie bus

Noordstation – maandag – dinsdag – donderdag – vrijdag van 16u tot 17u

Uitreksels van ritfrequentie bus

Rogier – maandag – dinsdag – donderdag – vrijdag van 8u tot 9u

De checklist geeft Zone A aan als resultaat, dit komt overeen met prestatieniveau “uitstekend”. Neem score “uitstekend” over in de overzichtsfile site.

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium 

MOB2

Zorgen voor veilige

en aangename omgeving

voor fietsers.

 

Bijlage

MOB2_checklist

Eisen :

Eis 1. Checklist MOB2 Met de fiets

 

Bonuspunten te verkrijgen :

Nee

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)

 

Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II

 

Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte

 

Totale oppervlakte: 110.000 m²

 

Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70

 

Resultaat voor MOB2: Beter

Gebruik van GRO

De checklist omvat aandachtspunten omtrent de bereikbaarheid van de site met de fiets en de veiligheid van de fietser.

Op het overzichtsplan staat af te lezen:

 

  • De verschillende fietsroutes
  • De aansluiting van het gebouw op het fietsnetwerk
  • De ligging van de fietsenstallingen
  • Er is geen fietspad op de site zelf, het perceel is volledig bebouwd

Op het grondplan zijn de fietsenstallingen meer uitgewerkt. 

 

Bezoekers kunnen de fietsenrekken voor de hoofdinkom gebruiken. Bijkomende fietsenstalling voor bezoekers bevindt zich inpandig aan de Willem De Molstraat. 

 

De fietsenstalling voor het personeel en de dienstfietsen heeft een van de auto’s gescheiden inrit aan de Willem De Molstraat. De fietsenstalling verloopt van niveau 0 licht hellend naar niveau -0,5.

De verlichting van de inpandige fietsenstalllingen worden uitgevoerd volgens de eisen van de toekomstige huurders en uitbaters. De bezoekersfietsenstalling aan de hoofdinkom heeft een verlichtingsniveau van 200 lux. 

Neem de score uit de checklist over in de overzichtsfile site.

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

MOB3

Een veilige en aangename omgeving voor voetgangers creëren.

 

Bijlage

MOB3_checklist

Eisen :

Eis 1. Checklist MOB3 Te voet

 

Bonuspunten te verkrijgen :

Nee

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)

 

Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II

 

Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte

 

Totale oppervlakte: 110.000 m²

 

Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70

 

Resultaat voor MOB3: Uitstekend

Gebruik van GRO

Overzichtsplan MOB3

Op het overzichtsplan is de wandelroute vanaf het station aangeduid. Het voetgangerspad bevindt zich op openbaar domein. Door de breedte van het voetpad wordt de route als veilig ervaren ook al is er tijdens het spitsuur veel verkeer.

 

De toegang tot het gebouw is duidelijk zichtbaar, breed en uitnodigend. Het gebouw is integraal toegankelijk, er zijn dus geen drempels van meer dan 2cm. 

Hoofdingang Vlaamse Overheid

De verlichting van het voetgangspad op openbaar domein valt buiten dit project.

Neem de score uit de checklist over in de overzichtsfile site.

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

MOB4

Een goede bereikbaarheid met gemotoriseerd verkeer naar en op de site.

 

Bijlage

MOB4_checklist

Eisen :

Eis 1. Checklist MOB4 Met de auto of moto

 

Bonuspunten te verkrijgen :

Nee

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)

 

Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II

 

Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte

 

Totale oppervlakte: 110.000 m²

 

Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70

 

Resultaat voor MOB4: Uitstekend

Gebruik van GRO

Noot: Minimale eis voor de ligging van Kantoor 2023 was dat het binnen de radius van 1km t.o.v. het station Brussel noord moest liggen. De Vlaamse overheid kiest hiermee voor een ligging die vooral met het openbaar vervoer goed te bereiken is, een zogenoemde A-locatie.

Vanuit deze motivering werd de weging in het rekenblad MOB4 voor bereikbaarheid met de auto ook op 0% gezet. 

Ook al bedraagt de weging van de bereikbaarheid met de auto 0% zijn er meerdere mogelijkheden tot autodelen in de buurt. 

 

Noot: Deze kaart dateert van 2018. Ondertussen zal het aanbod groter zijn.  

Het bereikbaarheidsprofiel van de locatie is uitstekend. Op basis van de inventarisatie van de bestaande verkeersnetwerken (zie hiervoor  MOB1), in het bijzonder van het openbaar vervoer kan geconcludeerd worden het project een zogenoemde A-locatie is: de bereikbaarheid met het openbaar vervoer (trein, tram, metro, bus) is bijzonder goed door het aantal en de bedieningsfrequentie van de locatie.


Het project is gelegen aan meerdere gewestwegen waardoor de aansluiting van de site aan wegen van een hoger categorie gegeven is.

Neem de score uit de checklist over in de overzichtsfile site.

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject

MA: De maatschappelijke waarde wordt gekenmerkt door een hoge ruimtelijke kwaliteit, een doordacht bodem- en ruimtegebruik in een aantrekkelijke omgeving.

Het criterium

MA1

Synergieën met de buurt en een hoge ruimtelijke kwaliteit hebben positieve impact op de omgeving.

 

Bijlage

Geen

Eisen :

Deeleis 1. Aftoetsing aan beleidskader ruimtelijke structuur

Deeleis 2. Inventaris van netwerken

Deeleis 3. Potentiële synergieën met de buurt en versterking ruimtelijke kwaliteiten

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)

 

Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II

 

Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte

 

Totale oppervlakte: 110.000 m²

 

Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70

 

Resultaat voor MA1: Uitstekend

Gebruik van GRO

Strategische plannen

 

Gewestelijk Ontwikkelingsplan GewOP

Het Project moet in overeenstemming zijn met de richtlijnen van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan. Het bevindt zich in een hefboomgebied. Dit gebied zal geïmplementeerd worden door het Kanaalplan dat momenteel uitgewerkt wordt.

 

Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling GPDO

GPDO beveelt de uitvoering van de verdichting van het stedelijk weefsel aan, inclusief door middel van de integratie van hoge gebouwen, namelijk op voorwaarde dat deze verdichting aan een goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer is verbonden, dat ze in verhouding tot de afmetingen van de openbare ruimte staat en dat ze in verhouding tot de omvang percelen en huizenblokken staat.

 

ZIN sluit bijgevolg aan bij de krachtlijnen van het GPDO, in het verlengde van de bestaande situatie.

 

 

Plannen van aanleg

 

Het gewestelijk bestemmingsplan GBP

De site wordt door het GBP bestemd als administratiegebied.

Figuur 1 – kaart van de bestemmingen in het GRP (bron Brugis)

🟪 Administratieve zone

🟨 Structurele ruimte

Volgens bijzonder voorschrift 7 zijn hier met name kantoren, woningen en hotels toegestaan zonder beperking in oppervlakte. Handel wordt er eveneens toegestaan tot 1 000 m².

Het programma van ZIN zoals hierboven beschreven, is conform met de bestemming in het GBP. 

Het project is eveneens in overeenstemming met de algemene voorschriften van het GBP.

De site is niet opgenomen in de perimeter van een bijzonder bestemmingsplan of een verkavelingsvergunning.

Zoals groen, water (blauw), diensten en voorzieningen, recreatief netwerk, openbaar vervoersnetwerk en wegennetwerk in één overzichtsplan (schaal 1/5000) op.

 

 

Inventaris bestaande netwerken overzichtsplan

De Noordwijk zal leefbaarder zijn wanneer er een grotere diversiteit aan functies zal ontstaan. ZIN is een pionier om in de Noordwijk ruimte te bieden aan uiteenlopende functies op 1 site: de kantoren voor de Vlaamse Gemeenschap, een woongebouw met deels co-housing units van elk 10 eenheden, een hotel, co-working, een ontmoetingscentrum, een sport- en activiteiten centrum, winkels en een stadserre. 

Het gebouw bevat 100 woningen, 250 hotelkamers en 13 grote kantoorvloeren en commerciële ruimte. Elk van deze functies heeft een voordeur op de straat. In de 2 open hoeken van het Z-vormig bouwvolume worden 2 publieke functies toegevoegd die het project zullen verbinden met de stad en de buurt. Een stadsserre aan de kant van het Noordstation, en een sport/activiteitencentrum aan de kant van het Maximiliaanpark. Het sport- en activiteitencentrum is een ontmoetingsruimte voor vele verschillende soorten van gebruikers.

Aanwezigheid van andere of gelijkaardige functies die elkaar verder gaan aanvullen

 

Het project voorziet woningen, sport en ontspanningsfunctie aan de zijde van het park en de Antwerpse Steenweg. Aan de zijde van het Noordstation komt er een grote overdekte publieke groenruimte. Het hotel en een vernieuwende kantoor-productie omgeving zullen een uitnodiging zijn om van de Noordwijk een meer divers werklandschap te maken. Er zijn in de plint van het gebouw nog bijkomende commerciële ruimtes voorzien die voorzieningen aan de buurt kunnen organiseren.

 

Multifunctionele invulling i.p.v. monofunctionele invulling

 

Het hele project is een multifunctioneel project: hotel, woningen, sport, ontspanning, kantoren worden hier gerealiseerd.

 

Kan dit project een hefboom zijn voor een positieve ontwikkeling van de buurt (bv. publieke groene zone, levendige invulling plint, opwaardering wijk, tewerkstelling,…)?

 

Het is zeer duidelijk een hefboom-project en om de levensnoodzakelijke diversiteit aan functies op wijkniveau te helpen installeren, niet alleen de Noordwijk maar zeker ook anderen gelijkaardige monofunctionele kantoorwijken.

 

De gesloten plint wordt vervangen door een open ruimte in sterke relatie met de omgeving en voor publiek toegankelijk.

 

Maakt dit project deel uit van een masterplan, ontwikkelingsproject of wijkcontract?

 

Neen.

 

Worden er bijkomende blauwgroene verbindingen gecreëerd (verbinding van bestaande zones of corridors, ontwikkeling nieuwe zones)? Op welke wijze versterkt dit project de bestaande netwerken of waarom betekent dit een stap in de realisatie van de visie op natuurontwikkeling?

 

De groene westgevel is een verticale uitbreiding van het park: een half voetbalveld aan bijkomende groenoppervlakte heeft zeker een impact in de luchtzuivering van de omgeving. In de serre van 2000m2 wordt 10% groenoppervlakte van de totale grondoppervlaktes van de site gerealiseerd. We voorzien er 1.000m² onverharde ruimt voor planten en bomen. Ook in de kantoorlandschappen wordt een uniek groenproject gerealiseerd.

Is de site doorwaadbaar en open voor het publiek?

 

De hele begane grond van dit project huisvest functies die een dienstverlening zullen zijn voor de buurt en de stad.

De sportzaal die kan worden omgebouwd tot een evenementen- of concertzaal kan worden gecombineerd met de serre als lobby of uitloopzone. De polyvalente ruimte en het auditorium kan worden gecombineerd met de serre, de concertzaal en de voorzieningen in het hotel. De polyvalente ruimte kan worden uitgebreid tot haar dubbele capaciteit. De synergie die zal ontstaan tussen de deelbare functies op de begane grond, zullen een aantrekkingskracht creëren die deze plek echt tot een trekpleister zal maken. De site zal met momenten heel open en doorwaadbaar zijn. Wanneer de grote poorten van de serre zijn geopend loopt het publieke domein tot diep in het gebouw.

 

Worden er recreatievoorzieningen gerealiseerd die door de omgeving gebruikt kunnen worden?

 

De recreatievoorzieningen als de serre, de genereuze dakterras, de sportruimte, de concertzaal zullen door de omgeving zeer worden gebruikt. Ze zullen van deze plek een 24/7 bestemming maken.

 

Zijn er andere aanknopingspunten/kansen om verschillende functies in het gebied beter in samenhang te laten functioneren (stedenbouwkundig, verkeerskundig, economisch, sociaal, natuur, landbouw, water, recreatie, energieopwekking, …)?

 

Befimmo is de drijvende kracht achter de organisatie UP4NORTH. Deze vzw verenigt alle eigenaars van de Noordwijk en heeft als doelstelling om een gedragen duurzaam project voor de Noordwijk uit te bouwen. Het is dus de overtuiging dat de werkelijke meerwaarde kan worden gecreëerd in de samenhang van de afzonderlijke architectuurprojecten op het niveau van de buurt. De urgent thema’s van onze huidige tijd worden zowel op schaal van de gebouwen als op schaal van de wijk bestudeerd.

Het project voldoet aan de verplichte deeleisen: deeleis 1 en deeleis 2.

 

De positieve synergieën en versterking van de ruimtelijke kwaliteiten van het project/de site zijn overwegend duidelijk. 7 van de 8 aantoonbare kwaliteiten en synergieën worden in de nota besproken. Het resultaat “uitstekend” kan overgenomen worden in de overzichtsfile.

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

Het criterium 

MA2

Het aansnijden van ecologisch waardevolle terreinen vermijden en het gebruik van verontreinigde gronden en waardevol patrimonium bevorderen.

 

Bijlage

Geen

Eisen :

Deeleis 1. Biologische waarde

Deeleis 2. Bodemgebruik

Deeleis 3. Brownfield

Deeleis 4. Gebruik van gesaneerde vervuilde gronden

Deeleis 5. Hergebruik van beschermde gebouwen

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)

 

Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II

 

Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte

 

Totale oppervlakte: 110.000 m²

 

Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70

 

Resultaat voor MA2: Beter

Gebruik van GRO

Deeleis 1: Biologische waarde

 

De site is gelegen in biologisch minder waardevol gebied. 1 punt.

Deeleis 2: Bodemgebruik

 

De site valt volgens het bodemgebruiksbestand onder het type industrie- en handelsinfrastructuur. 1 punt

Afdruk geo-punt kaart ‘Bodemgebruiksbestand’

Deeleis 3: Brownfield

 

De site is reeds lange tijd bebouwd. In de jaren ’50 bedroeg de bebouwing een mix van woningen en industriële panden. De site werd in de jaren ’70 opnieuw ontwikkeld met de realisatie van de WTC torens. De beide torens werden geopend in 1976.

 

De site is geen klassieke brownfield in de zin van een onderbenut terrein of een voormalige industriële site. Toch kan het beschouwd worden als revitalisering waarmee stadsvernieuwing gecreëerd kan worden.

Toestand van de site in 1953

Toestand van de site in 1996

Deeleis 4: Gebruik van gesaneerde vervuilde gronden

Er werd een bodemattest ingediend. Uit de categorisering volgt dat een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd dient te worden. Dit onderzoek was bij indiening van de offerte gestart. 

 

Uit de resultaten van de grondwateranalyses blijkt dat sanerings- en interventienormen nergens worden overschreden. 

 

De site is geen saneringsplichtige grond. Geen punt.

Deeleis 5: Hergebruik van beschermde gebouwen

Schema behoud en nieuw

Toestand van de site in 1996

De bestaande betonnen circulatiekernen van de torens en de ondergrondse parking blijven behouden. 

Het project voldoet aan 4 van de 5 deeleisen

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

Het criterium 

MA3

Afwisselend landschap en nabijheid van voorzieningen verhogen de attractiviteit van een locatie.

 

Bijlage

Geen

Eisen :

Deeleis 1. Kwaliteit van het omgevende landschap

Deeleis 2. Nabijheid van voorzieningen

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)

 

Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II

 

Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte

 

Totale oppervlakte: 110.000 m²

 

Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70

 

Resultaat voor MA3: Beter

Gebruik van GRO

De kwaliteit van het omgevend landschap kan aangetoond worden door een overzichtsplan en satellietfoto waardoor de situering van het ontwerp in zijn omgeving duidelijk wordt. De kwaliteiten (groene zones, attracties, bijzondere kenmerken,…) worden best aangeduid op de afbeelding.

In een nota wordt nader ingegaan op de verschillende kwaliteiten van de site, onderbouwd met (satelliet-)foto’s.

Diversiteit van de omgeving

 

  • Zijn er verschillende functies en gebouwtypologieën aanwezig in de onmiddellijke omgeving? Bv kantoren, wonen, kmo, parken, hoogbouw, laagbouw,…
  • Is het omliggende weefsel monotoon of afwisselend? 
  • Is het karakter van de omgeving eerder divers en afwisselend of eerder eentonig?

Enkele voorbeelden voor de verschillende niveaus

Depot Vilvoorde

Foto © HFB

bron van foto: www.vlaanderen.be

Goed

Weinig diverse kmo-zone met industriële laagbouw

WTC I en II, Brussel

Visiebeeld © 51N4E Jaspers-Eyers L’AUC

bron van foto: befimo.be

Beter

Mix van gebouwtyplogieën – van hoogbouw tot laagbouw. Aan de grens tussen Noordwijk (kantoren), Maximiliaanpark, huisvesting, dichtbij het kanaal. Echter staat de noordwijk gekend als monofunctionele kantoorwijk

Herman Teirlinckgebouw, Brussel

Foto © HFB

 

Uitstekend

Grote diversiteit in typologie en functies: haven, Tour & Taxis, kmo, kanaal, park, hoogbouw – laagbouw, bestaand – nieuw.

Visiebeeld © 51N4E Jaspers-Eyers L’AUC

Uniekheid van de omgeving

 

Zijn er specifieke kenmerken in en rond de site die uniek zijn? Bv historische gebouwen, knooppunten, attracties, bijzondere inbedding van de site in natuur of bebouwde context, een bijzonder ensemble, andere herkenbare punten…

Enkele voorbeelden voor de verschillende niveaus

Depot Vilvoorde

Foto © HFB

bron van foto: www.vlaanderen.be

Goed

Kmo-zone met weinig uitstraling, veel parkings, lintbebouwing, …

WTC I en II, Brussel

 

 

Beter

De Noordwijk is een modernistische wijk uit de jaren ’60 en ’70. Destijds vooruitstrevend en een experiment, vandaag problematisch. Maar de structuren zijn markant: de grote assen, de typologie van torens met sokkels

Plantentuin Meise

 Visiebeeld © NU architectuuratelier

 

Uitstekend

bv een attractie of aantrekkelijke site/omgeving en bijzondere context zoals de Plantentuin Meise

Uniekheid van de omgeving

 

Zijn er specifieke kenmerken in en rond de site die uniek zijn? Bv historische gebouwen, knooppunten, attracties, bijzondere inbedding van de site in natuur of bebouwde context, een bijzonder ensemble, andere herkenbare punten…

Enkele voorbeelden voor de verschillende niveaus

VAC Gent

 Visiebeeld © NU architectuuratelier

Goed

Geen groen karakter aan de stationsomgeving in Gent

WTC I en II, Brussel

Foto © google earth

Foto © google earth

Beter

Binnenstedelijke ligging maar toch vrij groen: Maximiliaanpark, groene Koning Albert II laan, groen in/aan het gebouw

Wadi hostel Hoge Rielen

Foto © Frederik Buyckx

Uitstekend

Toeristische logies gelegen in rijke natuur

Uitzicht

 

Zijn de zichten vanaf de site open en wijd, gelaagd en afwisselend of eerder beperkt en  monotoon?

Enkele voorbeelden voor de verschillende niveaus

Foto’s uit het Herman Teirlinckgebouw

Goed

Beperkte uitzicht (kort in afstand) en/of monotone uitzicht

Beter

Uitzicht op een patio, beperkt in diepte maar meer lagen, afwisseling en beweging.

Uitstekend

Grote gelaagdheid en verre zichten: natuurlijke en kunstmatige landschappen, de hemel, grond en het weer kan worden waargenomen, brede en verre uitzichten

Noot: vaak zijn uitzichten verschillend per verdieping, per oriëntatie, per vleugel,… Maak een inschatting welk prestatieniveau het meeste voorkomt. Probeer een globale inschatting te maken. Indien maar drie verdiepingen in een toren een uitstekend uitzicht hebben, en 70% eerder beter is, dan is het totaal beter. 

 

In offerte- of ontwerpfase is dit enkel op basis van inplantingsplannen, grondplannen, snedes en foto’s van de omgeving te beoordelen. Om die reden tonen we hier foto’s van een gerealiseerd project.

Structuren

 

Is de site ingebed in historische structuren en bebouwing? Heeft de directe omgeving een authentiek karakter of opvallende architectuur?

Enkele voorbeelden voor de verschillende niveaus

Depot Vilvoorde

Foto © HFB

 

Goed

Weinig kenmerkende of interessante kmo-zone met industriële laagbouw.

 

Andere voorbeelden: 

Lintbouwing, bebouwingen waar weinig samenhoud bestaat (diverse stijlen, hoogtes,  materiaalgebruik,…)

WTC I en II, Brussel

Foto © Google Earth

 

Beter

De Noordwijk werd ontwikkeld als modernistische wijk in de jaren ’60 en ’70, het zogenoemde Manhattanplan. Destijds vooruitstrevend, vandaag problematisch. Maar de structuren zijn markant: de typologie van torens met sokkels vormt een dubbele skyline.

Vormingscentrum Destelheide , Dworp

Foto © Marjolijn Van Damme

bron van foto: beeldbank.onroerenderfgoed.be

Uitstekend

Destelheide is een gebouwencomplex in brutalisme, van glas, gladde beton en hout onder platte daken, gelegen in een uitgestrekt en natuurrijk domein. Het werd tussen 1964 en 1971 gebouwd door Paul Felix. Het complex is bouwkundig erfgoed.

 

Andere voorbeelden: erfgoedsites, kastelen, burchten, toeristische attracties, een historisch waardevolle omgeving, een waardevolle natuurlijke omgeving, voormalige industriële sites die herontwikkeld worden, …

De nabijheid van voorzieningen kan eenvoudig aangetoond worden door een overzichtsplan waarin de omgeving van de site te zien is. Aanbevolen wordt een radius van ongeveer 1000 m rond het project. 

 

Hierop kunnen de verschillende voorzieningen met de bijhorende loopafstanden aangeduid worden. Verschillende kleuren verhogen de leesbaarheid van het plan.

De beoordeling van elk kwaliteitscriterium wordt ingedeeld in: goed (1 punt) – beter (2 punten) – uitstekend (3 punten). Het prestatieniveau voor deeleisen wordt uit het gemiddelde berekend. Dit gebeurt automatisch in de overzichtsfile.

 

Voor de onderdelen in deeleis 1 worden inschattingen gemaakt: goed, beter of uitstekend.

Voor de onderdelen in deeleis 2 niveaus kan het prestatieniveau bepaald worden in functie van de wandelafstanden gehaald.

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

MIL: Bouwen in een gezond en veilig milieu, rekening houdende met het overstromingsrisico, luchtvervuiling en geluidsoverlast.

Het criterium

MIL1

Vermijden om in een overstromingsgevoelig gebied te bouwen.

 

Bijlage

Geen

Eisen :

Eis 1. Overstromingsgevaar

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)

 

Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II

 

Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte

 

Totale oppervlakte: 110.000 m²

 

Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70

 

Resultaat voor MIL1: Uitstekend

Gebruik van GRO

De site is gelegen in een gebied met een ‘kleine kans’ als overstromingsrisico volgens de overstromingskaart van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

 

Uittreksel van geodata Leefmilieu Brussel

De beoordeling gebeurt aan de hand van het overstromingsgevaar voor sites gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

 

De site ligt in een gebied met een ‘kleine kans’ tot overstromingsrisico . Dit komt overeen met prestatieniveau “uitstekend”.

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

Het criterium

MIL2

Luchtvervuiling heeft een negatieve impact op de gezondheid van de mens, vooral van kwetsbare groepen zoals jongeren.

 

Bijlage

Geen

Eisen :

Eis 1. Stikstofdioxide NO₂

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)

 

Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II

 

Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte

 

Totale oppervlakte: 110.000 m²

 

Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70

 

xResultaat voor MIL2: Goed

Gebruik van GRO

De metingen mogen niet ouder zijn dan 3 jaar.

 

Onderstaand de meest recente beschikbare kaart van 2016. Op het uittreksel is de site aangeduid en is af te leiden dat de site zich bevindt op de grens van het donkeroranje en het lichtoranje. Als gemiddelde waarde werd voor de site een uitstoot aangenomen van 35 μg/m³ NO₂.

UIttreksel NO-kaart voor het jaar 2016

De NO₂-concentratie van de site ligt lager dan 40 μg/m³ NO₂, dit komt overeen met het prestatieniveau “goed”.

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

Het criterium

MIL3

Geluidsoverlast is één van de belangrijkste vormen van hinder.

 

Bijlage

Geen

Eisen :

Eis 1. Geluidsniveau LAeq

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)

 

Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II

 

Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte

 

Totale oppervlakte: 110.000 m²

 

Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70

 

Resultaat voor MIL3: Beter

Gebruik van GRO

Geluidsniveau LAeq

 

Voor de site werd een meetrapport opgesteld. Uit het meetrapport kan worden geconcludeerd dat het gewogen gemiddelde geluidsniveau van de site 64 dB(A) bedraagt.

 

Het omgevingsgeluid werd opgemeten voor de 4 bestaande gevels van de torens. Voor elk meetpunt is de meetperiode, het meettoestel en de resultaten weergegeven.

Uit het meetrapport: Voorbeeld van de beschrijving en resultaten van één van de meetpunten

Aan de overzijde van de Willem De Molstraat is er een werf actief. Indicatief werd er een meting uitgevoerd, wetende dat de geluidsniveaus er zonder werf lager zullen liggen.

Foto © HFB

Onderstaande foto’s (luchtfoto ontleend aan Bing Maps) geven de locatie weer van de meetpost. Deze werd geplaatst op het dak van de sokkel (niveau +3) op ± 4m van de gevel.

Foto © google earth

De meting werd uitgevoerd van 17 tot 20 april 2018. De metingen gebeurden met een integrerende geluidsmeter van het type Larson Davis Spark706 met een nauwkeurigheidsklasse 2. Het meettoestel werd voor de metingen geijkt met een ijkbron van het type Larson Davis Cal200 en dit volgens de instructies van de fabrikant. 

 

Het representatieve geluiddrukniveau LAeq, 30min bedroeg er tijdens de werkuren 65 dB(A). Er kan dus verondersteld worden dat het geluidniveau er (zonder werf) lager ligt of gelijk is aan 65 dB(A).

De gevels van het nieuwe volume van het project liggen teruggetrokken ten opzichte van de bestaande gevels van de torens. Door de bijkomende afscherming zal het geluidsniveau ter hoogte van de gevels van dit volume aanzienlijk lager liggen dan bovenstaande waardes. Onderstaande tabel en verklarende figuur geven de verwachte geluidsniveaus weer ter hoogte van de nieuwe gevels.

Om het gemiddeld geluidsniveau op de site te bepalen, wordt een gewogen (logaritmisch) gemiddelde berekend van de geluidsniveaus en de respectievelijke lengte van de blootgestelde gevel. Door het gebruik van dit logaritmisch gemiddelde wegen de gevels met de hoogste geluidsbelasting zwaarder door in de gemiddelde waarde.

 

Het gewogen gemiddelde geluidsniveau op de site bedraagt dan 64 dB(A).

Het geluidsniveau van de site ligt lager dan 65 dB, dit komt overeen met het prestatieniveau “beter”.

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

Criteria voor Gebouw

CLIMATE RESPONSIVE DESIGN: Inspelen op de context, zich aanpassen en vooruit denken. 

“Those who look for the laws of nature as a support of their new works collaborate with the creator.” – Antoni Gaudi

Het criterium

Climate Responsive Design

“Those who look for the laws of nature as a support of their new works collaborate with the creator.”

Antoni Gaudí

 

Bijlage

De poster

Het principe van Climate responsive design:

1. Keep it warm

2. Keep cool

3. Turn off the light

 

Met dank aan NU architectuuratelier ism Archipelago, Mouton, Boydens, Atelier Arne Deruyter

Project: Plantentuin Meise

 

Opdrachtgever: Agentschap Plantentuin Meise

 

Ontwerpteam: NU architectuuratelier ism Ar-te, Boydens, Mouton, Atelier Arne Deruyter

 

Uitvoerder: Van Poppel Bouwbedrijf

 

Procedure: Open oproep

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2019

 

Projectfase: wedstrijd

 

Typologie: Renovatie en uitbreiding van architectonisch en historisch waardevolle gebouwen (~1850)

 

Functie: Onthaal met tuinwinkel, toeristisch infopunt, kantoor en publiek sanitair

Vlaamse Hoeve: gastenkamers, polyvalente zaal, conciërgewoning

 

Beschrijving: Nieuwbouw van een onthaalgebouw ingrijpende renovatie van Vlaamse Hoeve.

Gebruik van GRO

Voor climate responsive design is er een poster toegevoegd aan GRO. De inschrijver illustreert zijn aanpak hieromtrent. Dit kan aan de hand van schetsen, referenties, afbeeldingen of tekstmatig gebeuren. Indien enkel met beeldmateriaal gewerkt wordt, wordt dit best onderbouwd: op welke manier wordt door de gehanteerde principes het lokaal energiepotentieel gebruikt en hoe wordt hiermee bijgedragen aan een beter comfort en lager energieverbruik. 

U vindt meer info over principes, oplossingen en voorbeelden van climate responsive design op deze website: https://www.climateresponsivedesign.nl/tool/introduction/

 

Vul op de poster aan met de maatregelen die voor Keep it cool, Keep it warm en Turn off the light genomen worden.

Hoe? Door middel van schetsen, tekst, foto’s of iets anders – als het maar duidelijk is!

De poster van voorbeeld project

Voorbeeld van een alternatieve toelichting voor het aspect climate responsive design:

Plantentuin Meise Pachthofzone

 

Uittreksel van wedstrijd nota van ontwerpteam:

 

Climate responsive design

Onderzoek en onze ervaring wijst uit dat 40 tot 50% van het energieverbruik bepaald wordt door het architectuurontwerp. Dit geldt ook voor het gebruikerscomfort.

 

Daarom moet de architect verantwoordelijkheid opnemen en reeds in een vroeg ontwerpstadium energieverbruik en gebruikerscomfort meenemen in de ontwerpoverwegingen. Investeringstechnisch zijn dit de meest efficiënte investeringen in energiebesparing.

 

Het is logisch en cruciaal dat het energetische en comfort-technische performantie van een ontwerp moet gesimuleerd en desnoods bijgestuurd worden vóóraleer het creatief ontwerpproces wordt afgerond.

technieken verlopen in een geïntegreerd plafond en in ondergrondse caniveau

plan verloop technieken

Keep it warm

Verschillende gevel oriëntaties en invloed bezonning

Onderzoek heeft aangetoond dat compactheid een minder belangrijke factor in het energieverbruik is, dan algemeen wordt aangenomen. Daarentegen blijkt het evenwicht tussen beglaasd en niet-beglaasd in de gevel én de hoogtes en dieptes van de ruimtes, die samen leiden tot de daglichtverdeling in een gebouw, een beduidend grotere impact hebben.

 

Daarom zijn de beglazingsratio’s en positie van de luifels nauwgezet beheerst gehouden en gedifferentieerd per oriëntatie en per functie.

De positie van de functies (resto, keuken, sanitairen, bergingen,..) in de nieuwe en bestaande gebouwen zijn oordeelkundig onderzocht en afgestemd op de verschillende oriëntaties, bezonning en nood aan daglicht ten behoeve van het comfort en beleving van de gebruiker.

 

Zo zijn donkere functies zoals keuken met beperkte beglazing voorzien op het zuiden (zonder luifel). De eetzones met uitzichten en bijgevolg grotere raampartijen zijn georiënteerd ifv het uitzicht.

Boven grote raampartijen op zuid en zuid-west zijn maximaal overstekken voorzien (die ook als dakterras dienst doen) , zodat de zomerzon wordt geweerd, maar de passieve zonnewinsten in de winter bijdragen tot het thermisch comfort.

 

Effectiviteit van overstekken en afmetingen van raamopeningen zijn hierop aangepast.

Keep cool

De raamverdelingen zijn in functie van de programmatie en uitzicht ontworpen. De vorm van het dak(terras) is dan weer ontworpen in functie van oriëntatie om directe bezonning op de

ramen te voorkomen. Op zuid is maximaal ingezet op de vaste overstekken gecreëerd door het dakterras. Op de oriëntaties van oost/west waar de luifels de beglazing niet volledig dekken kan na een detailstudie overwogen worden geautomatiseerde dynamische buitenzonweringen te voorzien. Voor de meest kritische zuidgevel is alvast een eerste simulatie gemaakt (zie keep it warm)

 

De interne warmtewinsten worden beperkt door het voorzien van energie-efficiënte verlichting en toestellen met gering vermogen. De hoge ventilatiedebieten in de keuken laten toe om heel wat warmte via de verluchting te evacueren.

Turn off the light

 

Door middel van iteratieve daglichtsimulaties worden de gevelopeningen geoptimaliseerd in functie van daglichttoetreding en beperking van rechtstreekse zonneinstraling. Hiervoor worden klimaatgebaseerde daglichtsimulaties gebracht, die aan de hand reële klimaatdata op uurbasis de daglicht- en zontoetreding over een volledig typejaar visualiseren. Dankzij cloudcomputing kunnen deze zeer rekenintensieve simulaties zeer snel en iteratief uitgevoerd worden, zodat ontwerpoptimalisatie mogelijk is.

 

Voor de beglazing wordt gestreefd naar glas met een lichttransmissie > 70% en een Color Rendering Index (CRI Ra) > 95%. Dit garandeert een goede en kwalitatieve daglichttoetreding. Zonwerend glas dient in die context geweerd te worden en wordt gecompenseerd door de luifels op strategische plaatsen te voorzien. De ramen lopen ook zoveel hoog mogelijk door, hierdoor wordt een diepe daglichttoetreding bekomen.

 

De dieptes van de ruimtes worden ook beperkt in functie van maximale daglichttoetreding.

Jaargemiddelde van bezonningsuren op plein zonder bomen

Jaargemiddelde van bezonningsuren op plein met bomen overeenkomstig wedstrijdontwerp


Links en downloads

> FAQ

> Download deze poster

BIN: Aandacht voor een gezond en aangenaam binnenklimaat door het vermijden van binnenluchtvervuiling en het verhogen van het thermisch, visueel en akoestisch comfort.

Het criterium

BIN1

De aandacht vestigen op een goede akoestiek om het comfort van de gebruiker te verhogen.

 

Bijlage

Toepassingsmatrix

Eisentabel

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Ja

Eisen :

Deeleis 1. Luchtgeluidisolatie tussen lokalen

Deeleis 2. Contactgeluidisolatie tussen lokalen

Deeleis 3. Gevelgeluidisolatie

Deeleis 4. Installatiegeluid

Deeleis 5. Ruimteakoestiek (nagalmtijd)

Deeleis 6. Geluiduitstraling naar de omgeving verplicht

Deeleis 7. Buitengeluid in de onmiddellijke omgeving van het gebouw

Met dank aan TV LOW & VK Engineering

Project: Martelaarsplein 7

 

Opdrachtgever: Vlaamse overheid, Agentschap Facilitair Bedrijf

 

Ontwerpteam: TV LOW architecten & VK Engineering

 

Uitvoerder: nog niet bepaald

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

GRO versie: 2017


Bewijsvoering voor fase: Aanbesteding


Totale oppervlakte: 7200 m² (enkel Martelaarsplein 7)


Functie: Kantoor, woningen


Beschrijving: Renovatie van beschermd gebouw naar kantoor en woningen


Resultaat voor BIN1: Goed

Gebruik van GRO

Meestal wordt de toepassingsmatrix aangeleverd door de opdrachtgever. Indien dit niet het geval is, zal het ontwerpteam de toepassingsmatrix opmaken in overleg met de opdrachtgever.

 

 

Uittreksel van de toepassingsmatrix van het voorbeeldproject

Ambitie voor BIN1: Goed

Deze nota moet het onderzoek naar het behalen van het beoogde prestatieniveau en de integratie en de impact ervan op het ontwerp bevatten.

 

Bekijk eveneens de geldende eisen op het vlak van akoestiek in het gewest waarin het project gelegen is, deze kunnen verschillend zijn voor deeleis 6 en deeleis 7 (met betrekking op de omgeving van het gebouw).

schetsdoorsnede

© Martelaarsplein – Low architecten

Dit project behaalt voor het criterium BIN1 “goed” als resultaat met volgende deelresultaten:

Deeleis 1: Luchtgeluidisolatie tussen lokalennormaal comfort
Deeleis 2: Contactgeluidisolatie tussen lokalenverhoogd comfort
Deeleis 3: Gevelgeluidisolatieverhoogd comfort
Deeleis 4: Installatiegeluidnormaal comfort
Deeleis 5: Ruimteakoestiek (nagalmtijd)normaal comfort
Deeleis 6: Geluiduitstraling naar de omgeving (wettelijk verplicht, geen onderdeel van beoordeling)normaal comfort
Deeleis 7: Buitengeluid in de onmiddellijke omgeving van het gebouwnormaal comfort

Voor luchtgeluidisolatie en contactgeluidisolatie worden classificatie-tabellen gebruikt om de geluidsproductie in de zendruimte en de geluidgevoeligheid in de ontvangstruimte te definiëren.

 

Via kruistabellen worden de eisen voor normaal en verhoogd comfort bepaald.

 

In de ontwerpfase werden de beoogde eisen op plan aangeduid, samen besproken en afgeklopt. De akoestische studie is vertaald naar het lastenboek akoestiek.

Voor enkele ruimtes werd verhoogd comfort in het bestek opgelegd:

 

  • Verhoogd comfort voor luchtgeluidsisolatie van privacygevoelige ruimtes zoals bv de kantoren van de minister
  • Verhoogd comfort voor ruimteakoestiek voor representatieve en/of grote zalen zoals bv de regeringszaal

Deeleis 1 en 2. Luchtgeluidisolatie en contactgeluidisolatie

 

In het lastenboek akoestiek werd het volgende opgenomen:

  • Een overzicht van de eisen tussen zendlokaal en ontvanglokaal per type ruimte (kantoor, circulatie, keuken, sanitair,….). Deze overzichten zijn vergelijkbaar met de eisentabel uit GRO.  

Tabel 1: Prestatie-eisen voor lichtgeluidsisolatie

  • Overzichtsplannen waarin met kleurcodes de types ruimten zijn aangegeven (kantoor, circulatie, keuken, sanitair,….)

Uittreksel van een overzichtsplan waarin met kleurcodes de types ruimten zijn aangegeven (kantoor, circulatie, keuken, sanitair,….)

  • Overzichtsplannen waarin de akoestische specificaties van wanden en deuren werden aangeduid. In deze plannen werd ook de nagalmtijd per lokaal en het toegelaten installatielawaai opgenomen.

    Via een legende zijn de Rw+C waarden voor elk scheidend element gedefinieerd. In het lastenboek zijn de technische bepalingen om deze waardes te halen nader omschreven.

Uittreksel van een overzichtsplan waarin de akoestische specificaties van wanden en deuren zijn aangeduid.

Deeleis 3. Gevelgeluidisolatie

 

De geluidsbelasting van de gevels werd in ontwerpfase gemeten en maakt deel uit van het lastenboek. De geldende eisen op het vlak van gevelgeluidisolatie werden in een overzicht per ruimte opgelijst.

 

Voor het buitenschrijnwerk werden de eisen met bijhorende legende op plan aangeduid. De nodige voorzieningen zijn in het lastenboek nader beschreven.

Zijgevel Zilverstraat

Deeleis 4. Installatiegeluid

 

De eisen voor installatiegeluid worden in een overzicht per lokaal opgelijst en worden op plan aangeduid.

 

De nodige voorzieningen werden in het lastenboek nader beschreven.

Deeleis 5. Ruimteakoestiek

 

De vereisten op vlak van ruimteakoestiek werden in de ontwerpfase met de opdrachtgever besproken en goedgekeurd.

 

Deze werden vertaald naar de keuze voor de afwerking (zoals bv een verlaagd plafond, spuitpleister,…), de materiaalkeuze (bijvoorbeeld de absorptiecoëfficiënt, de dichtheid van een materiaal) en de plaatsing ervan (minimale afstand, overlappingen,..).

Deeleis 6. Geluiduitstraling naar de omgeving

 

In Brussel geldt het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21.11.2002.

 

De geldende eisen werden toegepast op de buiteninstallaties en roosters naar de buitenomgeving.

 

Dit wordt bijvoorbeeld gerealiseerd door akoestische barrières rondom warmtepompen en koelmachines.

Daguurschijven zijn volgens onderstaande tabel:

Deeleis 7. Buitengeluid in de onmiddellijke omgeving van het gebouw

 

De eisen zijn opgelijst. Het buitengeluid afkomstig van de eigen installaties voldoet aan de eisen die gelden op de terrassen van het eigen gebouw.

 

De bewijsvoering in deze fase is het aanbestedingsdossier zelf.

 

In het lastenboek wordt er naast de akoestische eisen en de vertaling ervan naar een bepaalde opbouw of materiaal, ook ingegaan op de uitvoering ervan en de controle ervan bij oplevering.

Uittreksel van het lastenboek

Leidingen die de zwevende dekvloer kruisen (vb. sanitair, verwarming) dienen ook omwikkeld te worden met contactgeluidisolatie (PE of PU schuim – Ref Type Contactfoam, Insulit Bi +5, Zelfklevend insulco Stickelfoam). Afb. 1

 

De randisolatie steekt min. 20mm uit boven het afgewerkte vloerpeil en wordt pas afgesneden nadat de vloeren gevoegd zijn. Afb. 2

Afb. 1

Afb. 2

Controle bij oplevering

 

Voor de oplevering is bepaald welke akoestische testen moeten worden doorgevoerd, volgens welke meetnorm en door wie.

 

Voor de controlemetingen worden representatief enkele metingen per type ruimte doorgevoerd door een akoestisch studiebureau met een bepaald ervaringsniveau. Bij niet voldoen moeten verbeteringswerken worden uitgevoerd totdat aan de eisen voldaan wordt.

Neem de prestatieniveaus over in de overzichtsfile.

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

Het criterium

BIN2

Het bevorderen van een aangenaam comfort en behaaglijkheid in alle seizoenen.

 

Bijlage

Toepassingsmatrix

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Ja

Eisen :

Deeleis 1. Wintercomfort

Deeleis 2. Zomercomfort

Deeleis 3. Lokale thermische behaaglijkheid

Deeleis 4. Relatieve luchtvochtigheid

Met dank aan NU architectuuratelier ism Archipelago, Mouton, Boydens, Atelier Arne Deruyter

Project: Plantentuin Meise Onthaalgebouw, Vlaamse Hoeve

 

Opdrachtgever: Agentschap Plantentuin Meise

 

Ontwerpteam: NU architectuuratelier ism
Ar-te, Boydens, Mouton, Atelier Arne Deruyter

 

Uitvoerder: Van Poppel Bouwbedrijf

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2019


Bewijsvoering voor fase: Voorontwerp


Totale oppervlakte:

Onthaalgebouw: 720 m²
Vlaamse Hoeve: 470 m²


Functie: Onthaal met tuinwinkel, toeristisch infopunt, kantoor en publiek sanitair
Vlaamse Hoeve: gastenkamers, polyvalente zaal, conciërgewoning


Beschrijving: Nieuwbouw van een onthaalgebouw ingrijpende renovatie van Vlaamse Hoeve


Resultaat voor BIN2: Beter

Gebruik van GRO

Meestal wordt de toepassingsmatrix aangeleverd door de opdrachtgever. Indien dit niet het geval is, zal het ontwerpteam de toepassingsmatrix opmaken in overleg met de opdrachtgever.

Hieronder een aangevuld voorbeeld (voor dit project werd er geen toepassingsmatrix opgemaakt, hiervoor is het project te klein)

 

Voorbeeld van invulling van een toepassingsmatrix

De comforteisen gelden voor alle verblijfslokalen waar men langer dan 30 minuten verblijft.

 

Afwijkingen hiervan zijn project specifiek te vermelden.

  • Deeleis 1: Wintercomfort
  • Deeleis 2: Zomercomfort
  • Deeleis 3: Lokale thermische behaaglijkheid
  • Deeleis 4: Relatieve luchtvochtigheid

 

 

Deeleis 1 en 2: Wintercomfort en zomercomfort

 

Voor wintercomfort wordt er gestreefd naar comfortklasse B, dwz +/-2°C marge op de operatieve temperatuur afhankelijk van de activiteitsgraad. Voor het zomercomfort wordt gestreefd naar comfortklasse B.

 

Ontwerpparameters verwarming/koeling:

Berekeningsmethodiek: warmteverlies volgens EN 12831 – Verwarmingssystemen in gebouwen; Koeling volgens VDI 2078

Vooropgestelde temperaturen voor verwarming bij -8°C buiten:

  • Gangen en bergingen 16°C
  • Sanitair 16°C
  • Winkel, Infopunt 18-20°C
  • Ticketverkoop/kiosken 20°C
  • Kantoor, vergaderruimtes, werkruimtes 21°C
  • Wachterslokaal, Gastenkamers, Gidsenruimten 21°C

Vooropgestelde temperaturen voor passieve koeling bij 32°C buiten:

  • Gangen en bergingen 28°C
  • Sanitair 28°C
  • Winkel, Infopunt 26°C
  • Ticketverkoop/kiosken 26°C
  • Kantoor, vergaderruimtes, werkruimtes 26°C
  • Wachterslokaal, Gastenkamers, Gidsenruimten 26°C

Concept verwarming en koeling

Het nieuwe onthaalgebouw aan de inkom Nieuwelaan en Vlaamse hoeve worden aangesloten op een BEO-veld. Door middel van een water-water warmtepomp (= hernieuwbare energie) worden deze 2 gebouwen verwarmd en passief gekoeld.

Als basis afgifte-element is er gekozen voor vloerverwarming/-koeling in

  • Onthaalgebouw Nieuwelaan
  • Vlaamse hoeve polyvalente zaal,
  • Vlaamse hoeve gelijkvloers conciërgewoning en gastenverblijf

 

voor vloerverwarming in

  • Onthaalgebouw Meise

 

voor radiatoren in

  • Vlaamse hoeve 1ste verdieping conciërgewoning en gastenverblijf (slaapkamers)

 

voor extra regelende elementen (ventilo-convectoren) in

  • Onthaalgebouw Nieuwelaan kleine kantoorruimtes

Uittreksel van het gelijkvloerse overzichtsplan

Uittreksel van het overzichtsplan verdieping +1

Temperatuuroverschrijdingen

Voor de bevordering van rationeel energiegebruik en om buitensporige investeringen te vermijden, is het niet realistisch om de ideale comforttemperatuur altijd te willen vasthouden, ook in extreme omstandigheden van het buitenklimaat. Daarom is het redelijk om een (in tijd en grootte beperkte) afwijking op de comforttemperatuur toe te staan.

In principe betreffen deze afwijkingen zowel te hoge als te lage temperaturen, maar de meeste aandacht gaat uit naar te hoge temperaturen in zomeromstandigheden.

 

Als richtwaarde voor het maximaal aantal overschrijdingsuren op jaarbasis worden 100 bezettingsuren vastgelegd voor een overschrijding van de binnentemperatuur van 26°C en 0 bezettingsuren voor een overschrijding van 28°C. Afwijkingen op te lage temperaturen zullen we in dit project niet toestaan.

Temperatuurverloop

Oververhitting

Ter beheersing van de zonnewinsten wordt er gebruik gemaakt van een combinatie van buitenscreens en zonwerende beglazing.

Het evenwicht tussen zonwerende beglazing en buitenscreens wordt zodanig bepaald dat tijdens de winterperiode maximale warmtewinsten worden gerealiseerd uit binnenvallend daglicht maar ook dat we in de zomerperiode oververhitting kunnen vermijden, alsook de daglichttoetreding maximaliseren.

Deeleis 3: Lokale thermische behaaglijkheid:

Gezien de beoogde performantie van de gevelschil wordt geen lokale thermische onbehaaglijkheid verwacht. Alle oppervlakken zijn sterk geïsoleerd zodat grote luchttemperatuurverschillen tussen hoofd en enkels bv niet te verwachten zijn.

 

In latere fase zal dit door dynamische simulaties aangetoond worden.

Luchttemperatuur (C°)
20
22
24
26
Luchtsnelheid in bezettingszone (m/s)
0,13
0,15
0,18
0,23

 

Bovenstaande waarden voor maximale luchtsnelheden in functie van de temperatuur zullen aangenomen worden voor het ontwerp. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar de balie in de winkel.

Klachten over tocht ontstaan ten gevolge van een plaatselijk te hoge luchtsnelheid bij een

bepaalde luchttemperatuur.

 

De mate van hinder door tocht wordt bepaald door de gemiddelde luchtsnelheid, de luchttemperatuur en fluctuaties in de luchtsnelheid. Een luchtstroming wordt sneller als tocht ervaren in een enigszins koude omgeving dan in een warme.

Grafiek met comfortklasse

Grafiek met energieverbruik

Deeleis 4: Relatieve luchtvochtigheid:

 

Er wordt geen bevochtiging toegevoegd in de gebouwen. Een combinatie van vochtrecuperatie via het warmtewiel van de luchtgroep (kantoren en onthaal Nieuwelaan) en de mogelijkheid tot het openen van ramen alsook de aanwezigheid van planten zal ervoor zorgen dat een zeer goede relatieve vochtigheid in de ruimtes aanwezig is.

 

Door deze combinatie kunnen we energiedestructie (lucht koelen en erna terug opwarmen) vermijden.

In fase voorontwerp is een dynamische gebouwsimulatie nog niet vereist.

 

Let op! Het is ten zeerste aangeraden om ontwerp en comforteisen optimaal op elkaar af te stemmen en zo vroeg mogelijk met de opmaak van simulaties te beginnen om het potentieel van climate responsive design optimaal te benutten.

 

Geactualiseerde dynamische gebouwsimulaties voor de meest nadelige lokalen die langer dan 30 minuten bezet zijn. Gebruiksuren, bezettingsgraad en interne warmtewinsten worden met de opdrachtgever besproken en afgestemd.

Wintercomfort: 22 ± 2°C volgens NBN EN ISO 7730 Categorie B (PPD < 10%; PMV ± 0,5) worden gehaald, voor zomercomfort Categorie B volgens NBN EN 16798-1, het prestatieniveau “beter” kan worden ingevuld.


Lokale thermische behaaglijkheid: met 4 onderdelen voor Categorie B wordt gehaald, het prestatieniveau “beter” kan worden ingevuld.


Relatieve luchtvochtigheid: tijdens koude jaarhelft tussen 30% – 55% en warme jaarhelft tussen 30%-80% wordt gehaald, het prestatieniveau “beter” kan worden ingevuld.


Met een totaal gemiddelde ≥ 2 punten komt men tot een globaal resultaat “beter”.




Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

BIN3

Het garanderen van gezonde binnenlucht met voldoende luchtverversing die vrij is van verontreinigingen van binnen en buiten.

 

Bijlage

Toepassingsmatrix

Eisen :

Deeleis 1. Binnenluchtkwaliteit

Deeleis 2. Voorkomen van vervuilings- en verontreinigingsbronnen

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Ja

Met dank aan NU architectuuratelier ism Archipelago, Mouton, Boydens, Atelier Arne Deruyter

Project: Plantentuin Meise Onthaalgebouw, Vlaamse Hoeve

 

Opdrachtgever: Agentschap Plantentuin Meise

 

Ontwerpteam: NU architectuuratelier ism
Ar-te, Boydens, Mouton, Atelier Arne Deruyter

 

Uitvoerder: Van Poppel Bouwbedrijf

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2019


Bewijsvoering voor fase: Voorontwerp


Totale oppervlakte:

Onthaalgebouw: 720 m²
Vlaamse Hoeve: 470 m²


Functie: Onthaal met tuinwinkel, toeristisch infopunt, kantoor en publiek sanitair
Vlaamse Hoeve: gastenkamers, polyvalente zaal, conciërgewoning


Beschrijving: Nieuwbouw van een onthaalgebouw ingrijpende renovatie van Vlaamse Hoeve


Resultaat voor BIN3: Beter

Gebruik van GRO

Meestal wordt de toepassingsmatrix aangeleverd door de opdrachtgever. Indien dit niet het geval is, zal het ontwerpteam de toepassingsmatrix opmaken in overleg met de opdrachtgever.


Hieronder een aangevuld voorbeeld (voor dit project werd er geen toepassingsmatrix opgemaakt, hiervoor is het project te klein)



Voorbeeld van invulling van een toepassingsmatrix

Deeleis 1: Binnenluchtkwaliteit

De recent gewijzigde ARAB-wetgeving vraagt de aanwezigheid van een luchtkwaliteitsregeling die op elk moment maximaal 800 PPM CO₂-gehalte in de lucht garandeert. Bij een CO₂-gehalte buiten van 400 PPM kan dat door te ventileren met luchtdebieten van 54m³/h per persoon.

 

Het bouwteam stelt voorop een goed evenwicht te vinden tussen de dimensionering van de technische installaties enerzijds en de geëiste duurzaamheidsambitie anderzijds. In geval van extreme werkelijke condities (bezetting, buitenluchtkwaliteit) wordt rekening gehouden met het openen van ramen.

Voor de open landschapskantoren wordt een ventilatiedebiet van 45m³/h aangehouden. Dit vanuit de wetenschap dat de personen die hier aanwezig zijn zelden met zijn allen steeds aanwezig zijn en ook voor korte periodes. Het debiet wordt aldus berekend op een bezetting met 16 personen aan 45m³/h. Indien 3 personen niet of geen gehele dag aanwezig zijn resulteert dit reeds in een IDA-klasse 1.

 

De kleine kantoren en vergaderzalen worden met min 54m³/h geventileerd, aangezien dit kleine lokalen zijn en een volle en langdurige bezetting waarschijnlijk is.

 

Maximale luchtsnelheden

  • In de bezettingszone < 0,2 m/s
  • Luchtkanalen in leefruimtes, kantoren, … 2 à 3,5 m/s
  • Luchtkanalen in gangen 3,5 à 5 m/s
  • Luchtkanalen in technische lokalen > 5 m/s

Concept voor de ventilatie

Vanuit energetisch oogpunt wordt ervoor gekozen een ventilatie-unit volgens het systeem D te voorzien. Deze unit brengt mechanisch verse lucht binnen in de ruimtes voor menselijke bezetting en voert vervolgens de vervuilde lucht af ter hoogte van de sanitaire ruimtes, bergingen en circulatiezones.

 

Aangezien het principe van balansventilatie toegepast wordt, kan door gebruik te maken van een warmtewisselaar, energie uitgewisseld worden van de afgezogen lucht naar de verse lucht toe. Rendementen hiervan variëren van 65% voor een enkele kruisstroomwisselaar, tot 85% voor een warmtewiel en tot 90% voor dubbele kruisstroomwisselaars.

Bijkomend worden de luchtgroepen voorzien van een “change over” batterij in het toevoerkanaal, hetgeen toelaat het BEO-veld aan te wenden voor het naverwarmen in de winter en passief koelen van de ventilatielucht in de zomer/tussenseizoen. De luchtgroepen zijn conform Ecodesign 2018 en er wordt geopteerd voor EC-ventilatoren wegens hun stabiele debietmeting.

 

Voor de ventilatie wordt er voor Onthaalgebouw Nieuwelaan één luchtgroep gebruikt waarbij de conditionering van de lucht voor het onthaalgedeelte enerzijds en de kantoorzones anderzijds afzonderlijk kan geregeld worden.

Plan gelijkvloerse verdieping: Indicatie technische productie-installaties

De conciërgewoning en de gastenverblijven in de Vlaamse hoeve maken elk gebruik van een huishoudelijke luchtgroep waarbij het debiet bepaald wordt aan de hand van de EPB-richtlijnen voor woningen.

 

De polyvalente ruimte van de Vlaamse hoeve zal een hybride ventilatie krijgen, d.w.z. een combinatie van mechanische ventilatie d.m.v. luchtgroep én natuurlijke ventilatie d.m.v. gemotoriseerde en gemonitorde dakramen.

Grafiek met comfortklasse

De grenswaarden voor de binnenluchtkwaliteit zijn gebaseerd op NBN EN 16798 en NBN EN ISO 7730.

Voor de ruimtes die niet onder Codex vallen en niet-residentieel zijn cfr NBN EN 16798-1 Categorie II komt dit overeen met prestatieniveau “beter”

Deeleis 2: Voorkomen van vervuilings- en verontreinigingsbronnen

Volgende punten worden voor alle gebouwen minimum gehaald:

  • Ontwerp en voer het ventilatiesysteem zo uit dat de ventilatielucht onderweg niet onnodig verontreinigd wordt (door stof, vezels, microbiologische agentia, e.d.).
  • Beperk de vervuiling van de lucht die de ruimtes binnenkomt door de juiste filterklasse te gebruiken op het invoerpunt van de ventilatiegroep – conform NEN-EN-ISO 16890 (vroeger EN 779).
  • De ramen moeten zodanig ontworpen zijn dat van tijd tot tijd intensieve ventilatie mogelijk is, om sterke vervuiling binnenshuis snel te kunnen afvoeren.

Uittreksel van het overzichtsplan verdieping +1

Er is minstens aan 3 van de 5 punten voldaan. Het resultaat voor de deeleis 2 is “beter”.

Bonuspunt: Beperken van de emissies van bouwproducten in het binnenmilieu

 

Emissies (VOS) uit bouwmaterialen kunnen voor een aanzienlijke vervuiling van de binnenlucht zorgen.

 

Er zijn twee opties om dit Bonuspunt te bereiken:

 

A. Ontwerpen naar een zeer laag emissief gebouw

B. Meting TVOS en formaldehyde

 

Aan deze eis wordt in het voorbeeldproject niet voldaan.

Voor beide deeleisen wordt het prestatieniveau “beter” gehaald.


Er kan geen bonuspunt worden toegekend.




Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

BIN4

Verbeteren van de daglichttoetreding voor een hoger comfort en welzijn. Kunstlicht is de kunstmatige aanvulling op daglicht.

 

Bijlage

Toepassingsmatrix

Eisen

Deeleis 1: Daglichttoetreding

Deeleis 2: Verblinding

Deeleis 3: Werkplekverlichting

 

Bonuspunten te verkrijgen

Ja

Met dank aan TV NU architectuuratelier – Archipelago ism Boydens, Mouton, Plant en Houtgoed

Project: Plantentuin Meise, Pachthof

 

Opdrachtgever: Agentschap Plantentuin Meise

 

Ontwerpteam: TV NU architectuuratelier -archipelago ism Boydens, Mouton, Plant en Houtgoed

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2020

 

Projectfase: definitief ontwerp

 

Typologie: Renovatie en uitbreiding van architectonisch en historisch waardevolle gebouwen (~1850)

 

Functie: Horeca, tuinwinkel, picknick shelter

 

Beschrijving: De vijf architectonisch en historisch waardevolle gebouwen, vormen het ‘Pachthof’, een historische cluster van dienstgebouwen bij het Kasteel Bouchout (gelegen in beschermd landschap)

Een ervan, de paardenstal, wordt verbouwd en uitgebreid tot horeca.

 

Resultaat voor BIN4: Uitstekend

Gebruik van GRO

Meestal wordt de toepassingsmatrix aangeleverd door de opdrachtgever. Indien dit niet het geval is, zal het ontwerpteam de toepassingsmatrix opmaken in overleg met de opdrachtgever.


Hieronder een aangevuld voorbeeld (voor dit project werd er geen toepassingsmatrix opgemaakt, hiervoor is het project te klein)



Voorbeeld van invulling van een toepassingsmatrix

Deeleis 1: Binnenluchtkwaliteit

Resultaat voor BIN4: uitstekend

 

  • Deeleis 1: Daglichttoetreding                              uitstekend
  • Deeleis 2: Verblinding                                              uitstekend
  • Deeleis 3: Basiseisen werkplekverlichting     voldaan

Bonuspunten

 

1. uitzicht                                                0 bonuspunt

2. zonlichttoetreding                        1 bonuspunt

3. zicht bij gesloten zonwering      1 bonuspunt

4. aanvullende maatregelen            0 bonuspunt

Situatie Pachthofzone in de Plantentuin Meise. Het project werd in het rood aangeduid.

Deeleis 2: Daglichttoetreding

Daglicht vormt een cruciale rol in het welzijn van de mens in het algemeen en van de gebruikers in het bijzonder. Daglicht en daglichttoetreding vormt dan ook één van de belangrijke focussen van het ontwerp van de verblijfsruimtes.

 

In de gemeenschappelijke ruimtes streven we naar een zo hoog en kwalitatief mogelijke daglichttoetreding. Door de tweezijdige daglichttoetreding van het restaurant wordt gestreefd naar een maximaal kwalitatieve daglichttoetreding. Ook de glaskwaliteit is hier een cruciale factor. Er is geopteerd voor een beglazing 70/33.

Daglichttoetreding vormt altijd een evenwichtsoefening tussen het beheersen van het zomercomfort en het beperken van de warmteverliezen door overdadige beglazing. In het project is hier hard op ingezet. Dakoversteken zijn op strategische plaatsen ingezet en de borstweringsdelen van de gevel zijn opaak gemaakt. Hierdoor wordt een maximaal evenwicht bereikt tussen daglichttoetreding en de beheersing van zonnelasten.

 

Daglichtsimulaties op een gedetailleerd model zijn uitgevoerd om de performantie te testen.

De daglichttoetreding werd volgens twee methodes berekend.

 

Methode 1 is gebaseerd op de daglichtfactor, methode 2 op de verlichtingssterkte.

Deeleis 2: Verblinding

Bij alle werkplekken waar visueel comfort belangrijk is, voorzien we afzonderlijke manuele binnenscreens, die voldoen aan de vereisten van GRO, klasse 3 volgens EN 14501, prestatieniveau ‘uitstekend’ .

 

Dit resulteert in een Daylight Glare Probability (DGP) kleiner of gelijk aan 0,35 voor 95% van de tijd. Aangezien (visueel) comfort een subjectief en persoonsgebonden gegeven is, geven we de voorkeur aan individueel, manueel bedienbare binnenscreens om de verblinding te beperken.

Dit wordt in concreto toegepast in de keuken.

Klassieke buitenzonwering is niet afdoende om onder alle omstandigheden voor het nodige visuele comfort te zorgen aangezien deze doeken te open zijn (typisch 15% versus 4% nodig voor visueel comfort), in groep bediend worden (terwijl visueel discomfort persoons- en werkplekafhankelijk is) en omdat buitenscreens gevoelig zijn aan weersinvloeden en soms in veiligheid gaan, terwijl er weldegelijk sprake is van fundamenteel visueel discomfort.

 

Eveneens worden er passieve zonweringstrategieën, zoals luifels ter hoogte van het restaurant, ingezet om ontwerpmatig verblinding tegen te gaan.

 

Het beperken van de Annual Sunlight Exposure (ASE) is eveneens een criterium dat reeds van in het begin meegenomen is. Het beperken van de ASE is niet enkel belangrijk ifv het visueel comfort, maar ook om het oververhittingsrisico onder controle te houden.

Snede nieuwbouw aan paardenstal met grote dakoversteek

Deeleis 3: Basiseisen werkplekverlichting

(A) VERLICHTINGSNIVEAU

De minimum vereiste lichtniveaus worden conform de NBN EN 12464-1 in alle lokalen gehaald.

 

(B) GELIJKMATIGHEID VAN VERLICHTINGSSTERKTE (UNIFORMITEIT)

Een gelijkmatigheid conform de norm wordt voor alle lokalen behaald.

 

(C) VERBLINDING (UGR)

De minimumvereisten van de NBN EN 12464-1 worden gevolgd.

 

(D) KLEURWEERGAVE

Een algemene kleurweergave Ra=90 wordt nagestreefd.

Deeleis 1: daglichttoetreding: resultaten Methode 1 – daglichtfactor
Deeleis 1: daglichttoetreding: – resultaten Methode 2 – verlichtingssterkte
Volgens de methode van de Verlichtingssterkte is de gemiddelde prestatie van de verblijfsruimtes ‘uitstekend’.

Bonuspunten

1. Uitzicht

 

Het criterium om aan dit bonuspunt te voldoen bestaat uit 3 deeleisen, die tegelijkertijd dienen voldaan te worden:

  • Gelaagdheid uitzicht conform EN 17037
  • Horizontale zichthoek minimum 28° conform EN 17037
  • Afstand buiten minimum 20m

Voor de werkposten in de keuken wordt aan de criteria van het bonuspunt niet voldaan.

De typologie van een keuken in een bestaand gebouw laten dit niet toe.

2. Zonlichttoetreding

Rechtstreekse zonlichttoetreding heeft een belangrijke invloed op het welbevinden van de gebouwgebruiker. De circadiaanse cyclus van het menselijk lichaam wordt aangestuurd door het dag- en zonlichtspectrum.

 

Het is zeer belangrijk dat de ontspannings- en gemeenschappelijke ruimtes kwalitatief zijn, zodat de recuperatie en mentale weerstand van het personeel beter ondersteund wordt.

 

Rechtstreeks zonlicht kan ook storend zijn voor visueel comfort (verblinding) en een oorzaak zijn van oververhitting. Daarom dienen steeds de nodige maatregelen voorzien worden om ook deze invloeden te controleren.

Zonlichttoetreding wordt geëvalueerd conform de criteria van GRO, die gebaseerd zijn op EN 17037. De rechtstreekse zonlichttoetreding op 21 maart is geanalyseerd. EN 17037 legt de ondergrens bij 1,5h rechtstreeks zonlicht. GRO legt de lat wat hoger, op 3h rechtstreeks zonlicht.

 

In de bonuspuntcriteria wordt aangegeven dat het type ruimte dat dient te voldoen bepaald dient te worden in overleg met de bouwheer. Zoals aangegeven is er in het ontwerp bijzondere aandacht besteed aan kwalitatieve dag- en zonlichttoetreding in de gemeenschappelijke ruimtes, waar dit conform de criteria van het bouwprogramma haalbaar en wenselijk is. Gezien de context is het duidelijk dat aan dit criterium wordt voldaan voor het restaurant.

3. Zicht naar buiten bij gesloten zonwering

Het gebruik van mobiele buitenzonwering werd zoveel mogelijk vermeden. Omwille van visueel comfort zijn binnenzonweringen voorzien thv de werkposten (zie BIN4 deeleis 2).

 

Deze voldoen aan klasse 3 “Beperking van verblinding (EN 14501)”.

Door de gepaste doekkeuze wordt de hoogste doorzichtsklasse bereikt voor “Beperking van verblinding”.

 

De voorzieningen tegen verblinding voldoen aan de vereisten van het bonuspunt.

4. Aanvullende maatregelen voor goed visueel comfort

a. Kleurtemperatuur

Alle gebruikte verlichting heeft een kleurtemperatuur van minstens 4000K. Enkel in circulatiezones en ruimtes waar een lichtniveau onder 200lx dient te worden bekomen, wordt voorgesteld om met 3000K te werken, om ook hier binnen de “aangename” grenzen van het Kruithofdiagramma te vallen.

 

b. Betere kleurweergave kunstlicht

Een algemene kleurweergave Ra=90 wordt nagestreefd. (Zie ook basiseisen kunstlicht).

c. Glaskwaliteit

Voor dit project wordt er gekozen voor een ontijzerde glassoort met een αe (AE1) ≤ 5%. Voor het beglazingsgeheel worden de coatings gekozen zodat een raamgeheel ontstaat met een hoge CRI Ra ≥ 95% en, αe (AE1) = 34% en αe (AE2) = 1% (EN 410).

 

Hierdoor wordt de daglichtkwaliteit (daglichtspectrum) getrouw doorgelaten door het glas. Dit resulteert in een getrouwe kleurweergave en een natuurgetrouw licht. Beide zijn cruciaal voor het welbevinden van de gebouwgebruikers. Dit wordt bekomen door glas met een hoge selectiviteit te gebruiken.

Voor de eerste 2 deeleisen wordt het prestatieniveau “uitstekend” gehaald, dit wordt bijgevolg ingevuld in de overzichtsfile gebouw.


Het project voldoet aan de comforteisen voor werkplekverlichting conform NBN EN 12464-1.


Er kunnen 2 van de 4 bonuspunten worden toegekend.



Score overzicht van het voorbeeldproject

SOC: Door in te spelen op de bestaande erfgoedwaarde en aandacht te geven aan veiligheid en toegankelijkheid kan men een sociaal bruisende omgeving creëren.

Het criterium

SOC1 – Vlaanderen

Bijdragen aan het cultureel landschap door de bestaande erfgoedwaarde te behouden en te waarderen.

 

Bijlage

Geen

Eisen

Deeleis 1: Inventaris & analyse

Deeleis 2: Advies inwinnen

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Nee

Met dank aan Havana architectuur

Project: Justitiehuis en Jongerenwelzijn Ieper

 

Opdrachtgever: Vlaamse overheid, Agentschap Facilitair Bedrijf

 

Ontwerpteam: Havana architectuur BV, Ingenium NV, Sileghem & Partners CVBA, Feys BVBA

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2019

 

Bewijsvoering voor fase: Voorontwerp

 

Totale oppervlakte: 1730 m² (bruto oppervlakte bovengronds)

 

FunctieKantoor

 

Beschrijving: Grondige renovatie van het voormalige hotel Skindles met beschermde gevels in binnenstedelijke omgeving

 

Resultaat voor SOC1: Uitstekend

Gebruik van GRO

Het ontwerpteam brengt de waarde van het bestaande gebouw in kaart. Voor de basisinformatie over zowel beschermd als niet beschermd erfgoed kunnen de beschikbare databanken geconsulteerd worden (zie Links).

 

 

Inventaris en analyse van het voorbeeldproject:

Het voormalige Hotel Skindles is vastgesteld bouwkundig erfgoed (ID 30430)

De opdrachtgever heeft reeds een uitgebreid voortraject gelopen met het agentschap Onroerend Erfgoed in verband met het al dan niet behouden van het woonhuis in de Stationsstraat en de vraag of het integreren van zonnepanelen op het oude mansardedak aanvaardbaar is. Er is veel oud plannenmateriaal beschikbaar en een grondige opmeting is voorhanden.

 

Het voormalige Hotel Skindles is een historisch waardevol gebouw
dat verankerd is met de wederopbouw geschiedenis en het oorlogstoerisme van de stad Ieper. Het heeft door zijn ligging vlakbij de vesten en het station een hoge beeldwaarde. De diensten Justitiehuis en Jongerenwelzijn Ieper kunnen deze zichtbaarheid inzetten om het publieke en maatschappelijk relevante karakter van hun werking te onderstrepen. Een belangrijke voorwaarde daarbij is natuurlijk de respectvolle omgang met het bestaande gebouw.

2a. In geval van beschermd erfgoed:

Het ontwerpteam neemt in de fase voorontwerp of vroeger contact op met het Agentschap Onroerend Erfgoed via de vijf provinciale contactpunten en de lokale overheid voor advies.


2a. In geval van niet beschermd erfgoed:

Het ontwerpteam neemt in de fase voorontwerp of vroeger contact op met de lokale overheid en in voorkomend geval met de intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst.

Het gebouw van het voorbeeldproject is beschermd

Zuidwestgevel

Zuidoostgevel

Het voorliggende voorontwerp maakt deel uit van beschermd erfgoed en werd uitvoerig besproken met de dienst Onroerend Erfgoed. De gevraagde wijzigingen aan de gevels Vooruitgangsstraat en Stationstraat zullen geen impact hebben op de planorganisatie en/of raming. Het verwerken van deze opmerkingen zal gebeuren in de fase definitief ontwerp.

 

Als bijlagen zijn de verslagen toegevoegd van de overlegmomenten met Agentschap Onroerend Erfgoed.

 

Noot: Voorafgaand aan dit project werd de historische context door de opdrachtgever geanalyseerd en enkele principevragen gesteld aan Onroerend Erfgoed om de mogelijkheden voor dit gebouw af te toetsen.

In het kader van dit project werd regelmatig overleg gepleegd met Onroerend Erfgoed.

Aan beide eisen van dit criterium (inventaris & consult Onroerend Erfgoed) is dus voldaan.

 

Samengevat is de boodschap dat de buitenzijde van het gebouw dient te worden behouden, en dat binnenin veel mogelijk is.

 

In het ontwerp kiezen we voor het behoud van beide basisvolumes (in zekere zin het DNA van de 2 vleugels van het oude hotel), gecombineerd met het vernieuwen van de vloerpakketten en de volledige zone aan de zijde van het binnengebied.

Inplantingsplan

Dit voorbeeldproject voldoet aan beide deeleisen.




Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

Het criterium

SOC2

Criminaliteitspreventie zorgt

voor sociaal veilige gebouwen

en omgevingen.

 

 

Bijlage

Checklist

Eisen

Deeleis 1: Sociaal veilig ontwerpen.

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Nee

Met dank aan OFFICE Kersten Geers David Van Severen

Project: Passionistenlaan Kortrijk

 

Opdrachtgever: Vlaamse overheid – Agentschap Facilitair Bedrijf

 

Ontwerpteam: OFFICE Kersten Geers David Van Severen, Bureau Bouwtechniek, Util, HP Engineers, Landinzicht

 

Uitvoerder: Himpe

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2016

 

Bewijsvoering voor fase: Aanbesteding

 

Totale oppervlakte: 2000 m² (bruikbare oppervlakte EPB)

 

Functie: Kantoor

 

Beschrijving: Renovatie van kantoorgebouw jaren ‘70

 

Resultaat voor SOC2: Beter

Gebruik van GRO

Uittreksel van ingevulde checklist van het voorbeeldproject:

Bij het invullen van de checklist wordt automatisch een prestatieniveau gegenereerd waarop beoordeeld wordt.

Maak gebruik van ZETA richtlijnen: Zichtbaarheid, Eenduidigheid, Toegankelijkheid en Aantrekkelijkheid.

 

 

Nota van het voorbeeldproject:

Het project “Passionistenlaan” is een vrijstaand kantoorgebouw waarin de diensten justitiehuis en jeugdhulp gehuisvest zijn.

 

In deze tekst en checklist wordt enkel het deel zichtbaarheid van het project behandeld om een voorbeeld te tonen.

 

Het gebouw is door zijn helder volume en inplanting goed leesbaar.

Foto ©Danica O. Kus

De toegangswegen zijn eenduidig en onmisbaar: er is één toegangsweg die door bezoekers, personeel, leveranciers enz. gebruikt wordt. Echter ligt de ingang tot het gebouw aan de achterkant en is daardoor niet meteen zichtbaar. Duidelijke signalisatie is essentieel om dit te compenseren en bezoekers naar de inkom te geleiden.

De verlichting (geen lichtmasten) is afgestemd op de buitenaanleg en de gewenste veiligheid (’s avonds bijvoorbeeld).

 

Het gebouw is transparant en open. De inkomzone is licht en uitnodigend en goed zichtbaar vanuit de balie.

 

De fietsen worden eveneens in deze zone gestald en staan dus veilig. Voor het personeel is een afgesloten fietsenstalling voorzien.

 

De uitspringende kokers langs de gevel vormen een beperkt risico op schuilplekken. De site is niet omheind maar voorzien van een slagboom en camerabewaking die eerste drempels vormen om het terrein te betreden. Door de ligging in een woonwijk zal het risico op hangplekken beperkt zijn.

Foto ©Danica O. Kus

Uittreksel van het inplantingsplan

Neem de score uit de checklist over in overzichtsfile gebouw.




Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

SOC3

Goede ontwerpen creëren mogelijkheden en ondersteunen de gebruikers, slechte ontwerpen belemmeren en sluiten mensen uit.

 

Bijlage

Checklist

Eisen

Deeleis 1: Checklist SOC3 Integrale toegankelijkheid.

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Ja

Met dank aan Havana architectuur

Project: Justitiehuis en Jongerenwelzijn Ieper

 

Opdrachtgever: Vlaamse overheid – Agentschap Facilitair Bedrijf

 

Ontwerpteam: Havana architectuur BV, Ingenium NV, Sileghem & Partners CVBA, Feys BVBA

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2019

 

Bewijsvoering voor fase: Definitief ontwerp

 

Totale oppervlakte: 1730 m² (bruto oppervlakte bovengronds)

 

Functie: Kantoor

 

Beschrijving: Grondige renovatie van het voormalige hotel Skindles met beschermde gevels in binnenstedelijke omgeving

 

Resultaat voor SOC3: Uitstekend

Gebruik van GRO

Het ontwerpteam vulde de checklist SOC3 volledig in. Deze checklist dient ook voor het nazicht door Inter, een onafhankelijk toegankelijkheidsadviseur.

“Hoe kan dit gebouw en de bijbehorende publieke ruimte zowel esthetisch als functioneel zijn voor een zo groot mogelijke groep van gebruikers?’’. Gedurende het gehele proces, van ontwerp tot en met realisatie, zal deze vraag de rode draad zijn.

uittreksel van adviestraject van het voorbeeldproject


Noot checklist SOC3:

Het is noodzakelijk om beide kolommen “beter” en “uitstekend” in te vullen.

 

In tegenstelling tot andere checklists wordt er in SOC3 geen prestatieniveau  berekend. De graad van toegankelijkheid wordt bepaald door de ‘keten van toegankelijkheid’. Het is van belang dat de route die gebruikers moeten afleggen, alsook de activiteit die men wenst uit te voeren in en rond het gebouw voor iedereen bereikbaar, betreedbaar en bruikbaar zijn.

Om het prestatieniveau uitstekend te bekomen, zal  onafhankelijk toegankelijkheidsadviseur Inter voor de nodige validatie zorgen in de fase definitief ontwerp en als eindcontrole bij voorlopige oplevering.

 

Elk onderdeel van een gebouw, zowel structurele elementen als afwerkingselementen, vormen een schakel in een groter geheel. Als één van deze schakels in een gebouw of omgeving niet toegankelijk is, wordt de keten van toegankelijkheid doorbroken. In de praktijk kan dat betekenen dat het gebruik van het gebouw voor bepaalde personen onmogelijk wordt.

Bonuspunt 1: Begeleidingstraject met toegankelijkheidsadviseur

Eis: Validatie (eindcontrole) door een onafhankelijk toegankelijkheidsadviseur

uittreksel van adviestraject van het voorbeeldproject

Er werd een begeleidingstraject opgestart met toegankelijkheidsadviseur Inter.

 

Binnen het programma was het niet mogelijk om per sanitaire blok aangepast sanitair bij dames én bij heren te voorzien. Met Inter werd een alternatieve oplossing uitgewerkt die een zo hoog mogelijke graad aan integrale toegankelijkheid biedt binnen de ontwerpcontext.

Bij elke sanitaire blok is een aangepast toilet voorzien die groter is dan de minimale wettelijke afmetingen. Door de grotere ruimte en de plaatsing van het toilet in het midden van de muur ontstaan er twee zijwaartse transferzijden. De aangepaste toiletten zijn genderneutrale toiletten. 

uittreksel van adviestraject van het voorbeeldproject

Noot:

Dergelijke afwegingen op de eisen gebeuren in overleg met de onafhankelijke toegankelijkheidsadviseur.

Bonuspunt 2: Label toegankelijk kantoorgebouw A+ of A++

Eis : Toekenning Label toegankelijk kantoorgebouw A+ of A++

Het ontwerp werd in fase definitief ontwerp gescreend door Inter. De conclusie van Inter is dat het toegankelijkheidslabel A+ haalbaar is. Voor A++ wordt aan twee aspecten niet voldaan, maar dit kan eventueel op de labelcommissie besproken worden.

Neem de score uit de checklist over in overzichtsfile gebouw. Voor de score “uitstekend” is er eveneens voldaan aan de verplichte validatie door een onafhankelijk toegankelijkheidsadviseur.


Er kunnen 2 bonuspunten worden toegekend.




Score overzicht van het voorbeeldproject

GEB: De mogelijkheid om het comfort individueel te beïnvloeden, verhoogt de tevredenheid van de gebruiker.

Het criterium

GEB1

De mogelijkheid om het comfort individueel te beïnvloeden, verhoogt de tevredenheid van de gebruiker.

 

Bijlage

Geen

Eisen :

Deeleis 1. Invloedmogelijkheden

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Nee

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)

 

Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II

 

Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte

 

Totale oppervlakte: 110.000 m²

 

Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70

 

Resultaat voor GEB1: Uitstekend

Gebruik van GRO

Analyse van de invloedmogelijkheden van de gebruiker op de aspecten zonnewering, verblinding, temperatuur, verlichting en ventilatie.
Invloedmogelijkheden

In het technisch concept en het ontwerp van het gebouw wordt heel hard ingezet op de gebruikersinvloed en het gebruikerscomfort.

 

Er wordt een gebouwApp ontwikkeld die mee de gebruiker ondersteunt en informeert naar zijn invloed op zijn comfort.

Door de gebruiker actief te ondersteunen/informeren wordt ook een positief effect op het energieverbruik verwacht doordat de gebruiker bewuster omgaat met zijn energieverbruik.

 

De Vlaamse overheid is zelf ook bezig met het ontwikkelen van een gebouwApp, dus zal er nog bekeken worden of dit ook geïntegreerd kan worden in dit project. 

Overloop de invloedmogelijkheden uit de tabel in de handleiding van GRO. De gebruiker kan:

A) de zonwering overrulen voor zover dit geen vaste zonwering omvat. De zonwering kan per raam apart gestuurd worden. De vaste zonwering (binnenliggende lamellen) is niet overrulebaar, maar bevindt zich 2,5m boven de afgewerkte vloer waardoor het zicht van de gebruiker niet belemmerd wordt, maar het nodige zomercomfort wel garandeert wordt. Aan de buitenzijde bevinden zich aan bepaalde gevelvlakken PV-panelen die ook een vaste zonwering vormen. Deze hebben voldoende tussenafstand om het zicht van de gebruiker te garanderen.

 

B) de verblinding per ruimte regelen aan de hand van aparte screens; In het dubbelhoge volume valt de binnenzonwering samen met de voorziening tegen verblinding

 

C) de ruimtetemperatuur aanpassen met enkele graden met behulp van de kamerthermostaat in de ruimtes waar een individueel gebruik mogelijk is. In de ruimtes waar meerdere personen samen verblijven is een individuele regeling niet mogelijk. De optie van het bijregelen van de ruimtetemperatuur kan aangeboden worden, dit wel voor de volledige ruimte en uniform voor alle gebruikers. Hierbij ontstaat het risico op een toename van klachten door verschillende voorkeuren van de gebruikers. ’s Nachts worden alle thermostaten terug op hun default waarde gezet om de energieprestatie en comfort te verzekeren;

D) de opengaande delen in de gevels sturen, waarmee de gebruiker zijn comfort kan beïnvloeden. Er wordt een koppeling gemaakt met de technische installaties zodat het energieverbruik wordt beperkt. Hiervan krijgt de gebruiker ook een melding via de GebouwApp;

 

E) de verlichting in de vergaderzalen per ruimte dimmen;

 

F) de verlichting individueel regelen omdat er werkplekverlichting (bureaulamp) voorzien wordt;

 

G) incidentele luchtvervuiling snel afvoeren door de opengaande delen in de gevels te sturen.

 

De gebruiker kan bovenstaande sturingen regelen via een bedieningspaneel in elke ruimte. Het overrulen zal beperkt zijn op bepaalde vlakken. Zo zal het niet mogelijk zijn om de zonwering omhoog te sturen als het binnen al te warm is. Dit bedieningspaneel kan ook aangeven of de keuzes van de gebruiker een negatieve of positieve invloed hebben op zijn comfort en energieprestatie. Tot op heden wordt de invloed van de gebruiker volledig apart gezien van de energieprestaties.

Bonuspunt: Innovatieve oplossingen, die het individueel gebruikerscomfort verhogen

Via een gebouwApp wordt de gebruiker geïnformeerd over het comfort en over zijn invloedmogelijkheden. Er is bewust voor gekozen dat de gebruiker zijn individueel comfort niet via deze gebouwApp kan aanpassen.

De gebruiker kan op elk aspect invloed hebben, alle invloedmogelijkheden zijn voldaan.

Er kan 1 bonuspunt worden toegekend.




Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

ENE: Het principe van Trias Energetica : beperk de energievraag, gebruik hernieuwbare energie en kies voor efficiënte toestellen en installaties.

Het criterium 

ENE1 – Energieprestatie (Vlaanderen)

Streven naar zeer energiezuinige gebouwen met als prioriteit een performante gebouwschil.

 

 

Bijlage

Checklist ENE1 (indien E-peil niet van toepassing is)

Eisen

Deeleis 1: Energieprestatie

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Geen

Met dank aan Havana architectuur

Project: Justitiehuis en Jongerenwelzijn Ieper

 

Opdrachtgever: Vlaamse overheid, Agentschap Facilitair Bedrijf

 

Ontwerpteam: Havana architectuur BV, Ingenium NV, Sileghem & Partners CVBA, Feys BVBA

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2019

 

Bewijsvoering voor fase: Definitief ontwerp

 

Totale oppervlakte: 1730 m2 (bruto oppervlakte bovengronds)

 

Functie: Kantoor

 

Beschrijving: Grondige renovatie van het voormalige hotel Skindles met beschermde gevels in binnenstedelijke omgeving

 

Resultaat voor ENE1: Beter

Gebruik van GRO
Nota van dit voorbeeldproject:

De opake delen van de historische gevels beslaan slechts 14% uit van de totale verliesoppervlakte van het project waarmee het project hoe dan ook een ingrijpende energetische renovatie is (>75% geïsoleerde schildelen). Hiervoor geldt een E-peil van 91.

 

Voor GRO ‘beter’ (=30% beter dan wetgeving voor IER) moet er een E-peil ≤ 63 gehaald worden.

 

Uit de EPB-voorberekening bleek E62 haalbaar zonder na-isolatie van de historische gevels met uitzondering van de dakkapellen en de plint op het gelijkvloers. Deze delen werden wel geïsoleerd.

Een nota vochthuishouding is bijgevolg niet van toepassing.

Situatie voor renovatie

Ontwerp toekomstige situatie

In functie van het streven naar koolstofneutrale gebouwen werd tijdens de ontwerpfase verder afgewogen wat het optimale isolatieniveau zou zijn. Om de keuze te onderbouwen werd een eenvoudige matrix met de voor- en nadelen van verschillende isolatie-scenario’s opgesteld.

Afweging energieverbruik versus materiaalverbruik:

 

Dit project was één van de onderzoeksprojecten van de studie “TOTEM voorbeeldrol Vlaamse overheid” gelanceerd door de OVAM. Bij dit project werd specifiek het verband tussen
energieverbruik 
en  materiaalgebruik onderzocht met als doel een optimale afweging tussen die twee.

 

Hiervoor werden drie scenario’s in TOTEM vergeleken:

  • Scenario 0: voorliggend ontwerp maar zonder enige isolatie
  • Scenario 1: voorliggend ontwerp
  • Scenario 2: scenario 1 maar dan met een verhoging van de isolatiedikte om factor 1,5

 

Dezelfde scenario’s werden ook in EPB berekend door louter de isolatiediktes aan te passen.

 

De conclusie was dat de CO₂-uitstoot van de bijkomende isolatiedikte vrij snel gecompenseerd wordt door de reductie van de uitstoot van de technische installatie.

 

 

Conclusie / Samenvatting

 

De vooropgestelde eis (30% beter dan wetgeving = max. E63) werd met het oorspronkelijke scenario zonder na-isolatie van de historische gevels al gehaald. De afweging of en welke bestaande schildelen best na-geïsoleerd worden, werd onderbouwd door de matrix en de vergelijking van verschillende scenario’s in TOTEM en EPB.

 

Dit is een mooi voorbeeld hoe in het proces verschillende scenario’s afgewogen werden en het criterium energieprestatie niet geïsoleerd benaderd werd. De opdrachtgever heeft op basis van de onderbouwde afweging beslist om bijkomend te isoleren.

 

Een afwegingskader hoeft niet altijd met cijfers onderbouwd te zijn. Een duidelijke omschrijving van de voor- en nadelen op basis van vuistregels en ervaringen is vaak voldoende. In dit geval waren er bijkomend de resultaten uit EPB en TOTEM.

1. Resultaten (EPB-eisen 2020)

Het project voldoet aan de EPR

Hierna een visuele voorstelling waarom de eenheid wordt gelijkgesteld aan de ingrijpende energetische renovatie-eisen:

Legende:

 

Rood: nieuwe schildelen, grenzend aan de buitenomgeving

 

Blauw: bij-geïsoleerde schildelen, grenzend aan de buitenomgeving

 

Geel: bestaande niet bij-geïsoleerde schildelen, grenzend aan de buitenomgeving

 

Wit: schildelen grenzend aan de grond, aangrenzende onverwarmde ruimtes of aanpalende bebouwing (= oppervlaktes die niet in rekening worden gebracht)

 

Oppervlakteverdeling:

 

100% nieuwe + bij-geïsoleerde + bestaande schildelen, grenzend aan de buitenomgeving (rood, blauw en geel) = 1991,02m²

 

Nieuwe en/of bij-geïsoleerde schildelen, grenzend aan de buitenomgeving (rood en blauw) = 1620.93m² (= 81,41 %)

Dit is meer dan 75% van de totale oppervlakte tegen de buitenomgeving

 

Nieuwe schildelen, grenzend aan de buitenomgeving (rood) = 831,82m² (= 41,78 %)

Dit is minder dan 75% van de totale oppervlakte tegen de buitenomgeving

 

-> standaard renovatie valt onder de eisen van een ingrijpende renovatie!

2. Beschermd volume

De kruipkelder werd niet in het beschermd volume opgenomen.


Ruimten buiten het beschermd volume hebben geen eisen naar isolatie, ventilatie en technieken volgens de EPB-regelgeving. Er mogen dan ook geen verwarmings- of koelingselementen in deze ruimten geplaatst worden.


Ruimten of gebouwen waarin mensen wonen, werken, logeren, sporten, verzorgd worden, inkopen doen, hun vrije tijd doorbrengen,… zijn steeds EPB-plichtig.

3. Bouwkundige gegevens 

In dit voorbeeld is dit niet van toepassing, aangezien er een E-peil beschikbaar is.

Het E-peil is minstens 30% beter dan de EPB-regelgeving in voege op het moment van indiening van de omgevingsvergunningsaanvraag, het prestatieniveau “beter” wordt bijgevolg ingevuld in de overzichtsfile gebouw.

 

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

Het criterium

ENE2

Het aandeel van energie uit hernieuwbare energiebronnen verhogen.

 

Bijlage

Rekenblad ENE2

Eisen

Deeleis 1: Haalbaarheid hernieuwbare energieën

Deeleis 2: Aandeel hernieuwbare energie

 

Bonuspunten te verkrijgen

Ja

Met dank aan TV NU architectuuratelier – Archipelago ism Boydens, Mouton, Plant en Houtgoed

Project: Plantentuin Meise, Pachthof

 

Opdrachtgever: Agentschap Plantentuin Meise

 

Ontwerpteam: TV NU architectuuratelier -archipelago ism Boydens, Mouton, Plant en Houtgoed

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2020


Projectfase: definitief ontwerp


Typologie: Renovatie en uitbreiding van architectonisch en historisch waardevolle gebouwen (~1850)


Functie: Horeca, tuinwinkel, picknick shelter


Beschrijving:

De vijf architectonisch en historisch waardevolle gebouwen, vormen het ‘Pachthof’, een historische cluster van dienstgebouwen bij het Kasteel Bouchout (gelegen in beschermd landschap)

Een ervan, de paardenstal, wordt verbouwd en uitgebreid tot horeca.


Resultaat voor ENE2: Beter

Gebruik van GRO

De haalbaarheidsstudie toont aan welke maatregelen voor hernieuwbare energieën op een economisch verantwoorde manier toegepast kunnen worden. Het potentieel voor hernieuwbare energieën en de economische rendabiliteit worden onderzocht. De opmaak is conform de EPB-methodiek.

De haalbaarheidsstudie van het voorbeeldproject:

 

Voor de Pachthof zijn volgende technieken verplicht te onderzoeken (horeca en bijeenkomstgebouw) :

  • Stads/blokverwarming of -koeling
  • Warmtekrachtkoppeling (WKK)
  • Zonneboiler of warmtepompboiler
  • Fotovoltaïsche panelen

 

Stads/blokverwarming of -koeling is niet aanwezig in de buurt.

 

De Plantentuin Meise beschikt over een centrale stookplaats met WKK.

Voor de Pachthof worden in de haalbaarheidsstudie enkel de lokale opwekking van sanitair warm water en elektriciteit onderzocht gezien de warmtevraag door de WKK gedekt wordt.

 

Besluit:

 

Warmtepompboiler

Het plaatsen van warmtepompboilers is rendabel. Er worden drie lucht-water-warmtepompen met geïntegreerd opslagvat van 270l geplaatst.

 

Pv-panelen

Het plaatsen van fotovoltaïsche panelen is rendabel. De terugverdientijd ligt op ongeveer 10 jaar. De beschikbare en geschikte daken worden maximaal ingezet voor PV-panelen:

  • 28 PV-panelen à 495 Wp
  • Helling 13°
  • Zuid oriëntatie
  • Jaarlijkse opbrengst: ongeveer 49.000 kWh.

 

Op de paardenstal (IER bestaand gebouw + nieuwbouw) worden 28  zonnepanelen van 495 Wp geplaatst. Hiermee zal ongeveer 33.000 kWh/jaar opgewekt worden. De panelen liggen op een deel van de nieuwbouw die niet als terras gebruikt wordt.  

 

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verplicht te onderzoeken hernieuwbare energietechnieken in functie van het gebouwtype en de grootte.

 

 

 

Tabel 1: Overzicht te onderzoeken technieken (bron VEA)

  1. Neem ENE2 handleiding door in rekenblad.
  2. Neem de gegevens uit de EPB-berekening over in het rekenblad.
  3. Vul het rekenblad in
  4. Maak samenvatting
 
 
 
Ingevuld rekenblad van het voorbeeldproject (samenvatting)

Er kan een bonuspunt verdiend worden bij een aandeel hernieuwbare energie dat hoger ligt dan 50 %. Dit is niet het geval voor dit voorbeeldproject.

Resultaat: Het aandeel hernieuwbare energie bedraagt 15,9%. Dit komt overeen met het prestatieniveau “beter”. 




Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

ENE3

Het energiegebruik verlagen door energiezuinige toestellen en installaties te voorzien.

 

Bijlage

Geen

Eisen

Deeleis 1: Buitenverlichting

Deeleis 2: Binnenverlichting

Deeleis 3: Elektrische huishoudelijke toestellen

Deeleis 4: Liften

Deeleis 5: Verwarmingstoestellen en warmwaterbereiders

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Nee

Met dank aan Havana architectuur

Project: Justitiehuis en Jongerenwelzijn Ieper

 

Opdrachtgever: Vlaamse overheid – Agentschap Facilitair Bedrijf

 

Ontwerpteam: Havana architectuur BV, Ingenium NV, Sileghem & Partners CVBA, Feys BVBA

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2019

 

Bewijsvoering voor fase: Definitief ontwerp

 

Totale oppervlakte: 1730 m² (bruto oppervlakte bovengronds)

 

Functie: Kantoor

 

Beschrijving: Grondige renovatie van het voormalige hotel Skindles met beschermde gevels in binnenstedelijke omgeving

 

Resultaat voor ENE3: Uitstekend

Gebruik van GRO

De verlichtingstoestellen werden geselecteerd op basis van hun rendement/energielabel.

 

Binnen het ontwerp van warmwaterbereiding, ventilatie en cv-water bereiding worden alle opgelegde eisen omtrent energielabels gevolgd. De voorziene armaturen hebben minimum energielabel klasse A, liften voldoen aan VDI klasse A en de warmwaterbereiders hebben energielabel A of beter.

Hierdoor wordt de eis ‘uitstekend’ gehaald. Voor al de toestellen worden de huidige normen van EcoDesign geëist.

 

Het bestek schrijft voor dat alle huishoudelijke toestellen minimaal het Europees energielabel klasse A++ bezitten.


ENE3 Lijst verlichtingstoestellen

 

Er werd een geactualiseerde overzichtslijst toegevoegd waarvan een uittreksel hieronder


ENE3 Overzichtlijst lift, warmwaterbereiders, verwarmingstoestellen

 

Voor de waterboiler werd geen alternatief gevonden op de markt.

 

 

Voorbeeld van een overzichtslijst met de toestellen cfr het lastenboek

Dit voorbeeldproject voldoet aan alle deeleisen.

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

MAT: Beperk het materiaalgebruik dankzij herstellingen, hergebruik en recyclage. Indien nieuw, kies voor milieuvriendelijke materialen en integreer ze in de grondstoffenkringloop aan de hand van een materialenpaspoort.

Het criterium

MAT1

Behoud van grondstoffen:

Grondstoffen in de kringloop houden door herstelling, hergebruik en door materialen te recycleren.

 

Bijlage

MAT1-inventaris

Eisen :

Deeleis 1. Hergebruik van in situ aanwezige bouwelementen en -materialen

Deeleis 2. Gesloten grondbalans

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Ja

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017


Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)


Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II


Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte


Totale oppervlakte: 110.000 m²


Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70


Resultaat voor MAT1: Uitstekend

Gebruik van GRO

Hergebruik van in situ aanwezige bouwelementen en -materialen

De bestaande WTC-torens werden volledig in kaart gebracht. Dit diende als basis om het potentieel voor behoud, hergebruik en recyclage te kunnen inschatten.

 

Tegelijkertijd is dit de basis voor de doorgedreven selectieve ontmanteling en opvolging ervan. Gedurende de selectieve ontmanteling werden alle materiaalstromen opgevolgd.

 

Verder dient dit voor het materialenpaspoort van het toekomstige gebouw. Alle behouden en hergebruikte elementen maken hier deel van uit.

Totaal gewicht van het huidige gebouw: 293.672 ton

 

Hergebruik
Behouden65,7%
Gedeeltelijk hergebruik0%
Hergebruik in situ0,1%

Afvoer naar elders
Hoogwaardig hergebruik0,4%
Recyclage29%
Stort/onbekend5%


Foto ©HFB

De bestaande betonnen circulatiekernen van de torens en de ondergrondse parking blijven behouden.

Foto’s ©HFB

Demontage, stockage en hergebruik ter plaatse van

  • Radiatorkappen
  • Terrastegels
  • Tegels silipol

Demontage en hergebruik elders

  • Verhoogde vloeren
  • Tapijttegels
  • Houten panelen
  • Isolatie (minerale wol)
  • Binnendeuren
  • Verlichtingsarmaturen
  • Kabelgoten
  • Sanitaire toestellen

Recyclage

  • Beton (70.000 ton)
  • Glas (577 ton)
  • Aluminium
  • Ijzer
  • Tapijttegels
  • PVC platen
  • Verlaagde plafonds (rockfon)
  • Beton 🡪 gerecycleerde betongranulaten A+
  • Gipskarton
  • Roofing

Een deel van de inventaris van de huidige GRO (GRO 2017 had type inventaris formaat nog niet)

Uittreksel van het inventaris van het voorbeeldproject (een ander formaat dan de huidige GRO)

Gesloten grondbalans

Voor de verbouwing van de site wordt nagenoeg geen grondverzet gerealiseerd. Het enige grondverzet dat wordt gerealiseerd is door de uitvoering van het KWO-systeem.

 

De verhouding af te voeren grond in de verhouding tot het totale project wordt als een marginale hoeveelheid aanzien. Mede met de context van de verbouwing van een bestaande toestand waarbij de hele site is onderbouwd met een ondergrondse parking wordt voor dit criterium het grondverzet buiten beschouwing gelaten.

Bonuspunt
Eis:
≥ 75% hergebruik van in situ aanwezige bouwelementen en -materialen

Voor een bijzonder hoog percentage van hergebruik wordt geen bonuspunt toegekend voor dit project.

Uit de inventaris blijkt dat er meer dan 40% van de in situ aanwezige bouwelementen en -materialen worden hergebruikt, dit resulteert in prestatieniveau “uitstekend”.


Er kan geen bonuspunt worden toegekend.


De deeleis ivm gesloten grondbalans is niet van toepassing op dit project.



Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

MAT1

Behoud van grondstoffen:

Grondstoffen in de kringloop houden door herstelling, hergebruik en door materialen te recycleren.

 

 

Bijlage

MAT1-inventaris

Eisen :

Deeleis 1. Hergebruik van in situ aanwezige bouwelementen en -materialen

Deeleis 2. Gesloten grondbalans

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Ja

Met dank aan BOB361 architects

Project: Vormingscentrum Destelheide – slaapblok en paviljoen


Opdrachtgever: Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse Overheid


Ontwerpteam: BOB361, BAS bvba, RCR, Daidalos Peutz


Procedure: Klassieke procedure


Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2017


Bewijsvoering voor fase: Aanbesteding


Typologie: Nieuwbouw slaapblok en paviljoen


Functie: Slaapgebouw met kamers, gemeenschappelijke functies


Beschrijving: Vormingscampus met verschillende markante gebouwen in beton, glas en hout van Paul Felix uit de jaren ‘60


Resultaat voor MAT1: Niet voldaan

Gebruik van GRO

Hergebruik van in situ aanwezige bouwelementen en -materialen

Voor deze nieuwbouw op de site zijn er nagenoeg geen te hergebruiken bouwelementen en -materialen aanwezig.


Het invullen van MAT1- inventaris is dus niet van toepassing.

Resultaat: niet voldaan (zie motivatie onderaan).

Het totale grondverzet in m³

  • 1500 m³
  • Max. uitgravingsdiepte: 5,4 m

 

Kwaliteit van de grond

  • Gezien de hoeveelheid uit te graven grond is een technisch verslag noodzakelijk. Uit het technisch verslag blijkt dat de grond milieuhygiënische code 211 heeft en hergebruikt mag worden als voldaan is aan de voorwaarden van Vlarebo wat betreft het gehalte aan stenen, steenachtigen of bodemvreemde materialen.

 

Gebruik van de uitgegraven grond

  • De uitgegraven grond wordt op het terrein zelf hergebruikt als aanvulling, ophoging, …

Berekening grondbalans

  • 1500 m³ uit te graven grond
  • 0 m³ te saneren grond
  • 0 m³ aan te voeren grond
  • 1400 m³ af te voeren grond

 

De grondbalans is slecht, > 90% van het grondverzet wordt afgevoerd. Het prestatieniveau “goed” wordt niet gehaald.

 

Motivatie: De uitgegraven grond kan enkel voor een klein deel ter plaatse hergebruik worden gezien de buitenaanleg van de campus verder niet wijzigt en er geen behoefte aan verdere modellering van het terrein nodig is.

Bonuspunt
Eis:
≥ 75% hergebruik van in situ aanwezige bouwelementen en -materialen

Voor een bijzonder hoog percentage van hergebruik wordt een bonuspunt toegekend.

 

Aan deze eis in het voorbeeldproject wordt niet voldaan.

Voor dit project is enkel deeleis 2 van toepassing. Het resultaat is “niet voldaan“.




Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

MAT2

Gebruik milieuvriendelijke materialen, die geen schadelijke effecten op de menselijke gezondheid hebben.

 

Bijlage

Geen

Eisen

Deeleis 1: TOTEM

Deeleis 2: Hout uit duurzaam bosbeheer

Deeleis 3: Regionale en maatschappelijk verantwoorde materialen

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Nee

Met dank aan Havana architectuur

Project: Justitiehuis en Jongerenwelzijn Ieper

 

Opdrachtgever: Vlaamse overheid – Agentschap Facilitair Bedrijf

 

Ontwerpteam: Havana architectuur BV, Ingenium NV, Sileghem & Partners CVBA, Feys BVBA

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2019


Bewijsvoering voor fase: Definitief ontwerp


Totale oppervlakte: 1730 m² (bruto oppervlakte bovengronds)


Functie: Kantoor


Beschrijving: Grondige renovatie van het voormalige hotel Skindles met beschermde gevels in binnenstedelijke omgeving


Resultaat voor MAT2: Uitstekend

Gebruik van GRO

Dit project was een van de 5 proefprojecten voor de OVAM-publicatie “TOTEM voorschrijven in overheidsopdrachten”. 

 

Er werd in dit proefproject afgeweken van de standaard TOTEM-omschrijving in GRO. Deze werd aangepast naar een omschrijving waarbij de EPB-rekenmethode werd gebruikt om de energie-impact te berekenen en TOTEM werd gebruikt om de materiaalimpact te berekenen.

TOTEM-analyse
Stap 1

 

Het volledige gebouw werd in TOTEM ingegeven. Uit de berekening blijken volgende vier elementen de grootste bijdrage te hebben aan de totale milieu-impact van het gebouw:

  • buitenwanden (28%)
  • ramen (21%)
  • verdiepingsvloeren (19%)
  • vloer boven onverwarmde ruimte (9%)

Impact per elementcategorie

Voor deze elementen werd onderzocht welke varianten binnen de context van dit project realistische varianten zouden kunnen zijn. 

Buitenwanden: De bestaande muren vormen het grootste aandeel bij de buitenwanden. De vraag spitst zich toe op de keuze van het isolatiemateriaal (binnen de bouwfysische randvoorwaarden bij na-isolatie) en de graad van isolatie.

  • Hier werd dan ook de klemtoon op gelegd na verder onderzoek toe ism WTCB/bureau Bouwtechniek in het kader van de OVAM-publicatie. Afwijkend van de GRO-eisen werd de EPB-rekenmethode gebruikt om de energie-impact te berekenen en TOTEM werd gebruikt om de materiaalimpact te berekenen.

Ramen: Er zijn geen varianten mogelijk. De indeling van de ramen en de materiaalkeuze is door de erfgoedcontext bepaald. Houten schrijnwerk scoort wel ook het beste qua milieu-impact.

 

Verdiepingsvloeren: potten & balken versus predallen

 

Vloer boven onverwarmde ruimte (kelder): materiaalkeuze werd onderzocht

Stap 2

 

Als voorbeeld wordt ingegaan op de buitenwanden:

 

De huidige niet geïsoleerde buitenwand scoort duidelijk slechter dan de geïsoleerde buitenwand met 6 of 12cm kalkhennep.   

De reductie van de impact gerelateerd aan energie is enorm. Hier werd verder in detail op onderzocht.

Vier scenario’s werden onderzocht en vergeleken op basis van de CO₂-uitstoot. De CO-uitstoot gelinkt aan het energieverbruik werd bepaald aan de hand van de EPB-software (en niet door TOTEM).

 

Scenario 1: E-peil 61 (voorliggend ontwerp)

Scenario 0: E-peil 75 (geen isolatie bestaande schildelen, nieuwe schildelen voldoen aan minimale u-waarden cfr EPB)

Scenario 2a: E-peil 56 (isolatiedikte 150% tov. Scenario 0)

Scenario 2b: E-peil 44 (isolatiedikte 150% tov. Scenario 0 én de bestaande gebouwschil wordt na-geïsoleerd)

 

Uit de berekeningen konden volgende conclusies getrokken worden (onder voorbehoud van marges, accuraatheid vd software,…):

  • de CO uitstoot gerelateerd aan energie daalt hoe beter het E-peil is
  • de CO uitstoot gerelateerd aan materiaal stijgt voor grotere isolatiediktes (scenario 2A en 2B)
  • de hogere isolatiediktes zijn redelijk snel gecompenseerd door gereduceerde CO-uitstoot van de technische installaties

 

Als gevolg van deze inzichten werden enkele bijkomende gevelonderdelen wel geïsoleerd en werden de isolatiewaardes waar mogelijk (buitenschrijnwerk en platte daken) opgetrokken.

 

Voor nieuwe gebouwdelen werd afgetoetst welke gevel- en dakisolatie best toegepast zou worden. Het resultaat is dat minerale wol beduidend beter scoort dan gasgevulde isolatie (PUR).

 

De vergelijking tussen potten/balken en predallen werd gemaakt. Hoewel predallen iets beter scoren is gekozen voor potten en balken om omwille van het gemak van uitvoering en de gewichtsreductie op de fundering.

Hout uit duurzaam bosbeheer

 

Wat hout uit duurzaam bosbeheer betreft, nemen wij dit steeds als voorwaarde op in het lastenboek.

 

Voor het buitenschrijnwerk denken we aan lariks. Bij voorkeur kiezen we voor hout van Europese origine. Voor alle timmerhout, binnenplaatafwerkingen, deuren, plaatmateriaal voor vast meubilair enz. zal het FSC-/PEFC-certificaat (cfr de productfiche hout) gevraagd worden in het lastenboek.

Regionaal en maatschappelijk verantwoorde materialen

Tot slot werken we zoveel mogelijk met regionaal en maatschappelijk verantwoorde materialen. De nieuwe vloeropbouwen bvb. gebeuren met lichte of halfzware systemen waarbij een minimum aan beton is vereist.

 

We bouwen met stenen afkomstig uit groeves uit de streek en gebruiken zoveel mogelijk regionale courante vloermaterialen (blauwe hardsteen, linoleum, vasttapijt met cradle-to-cradle certificaat), massiefhout van Europese houtsoorten (eik, lariks, geacetyleerd naaldhout…).

Nog niet alle materialen zijn gekozen. We hebben echter geen materiaal voor ogen waarvoor een verantwoording nodig zou zijn.

Het hout dat in het project wordt gebruik komt 100% uit duurzaam bosbeheer, dit resulteert in het prestatieniveau “uitstekend”.


Er is voldaan aan de twee andere prestatie-eisen.



Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

MAT3

Een kadaster

van materialen in ons vastgoed.

 

Bijlage

MAT3 Materialenpaspoort

Eisen

/

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Ja

Met dank aan aaa – architectuuratelier ambiorix.

Project: Kaaitheater

 

Opdrachtgever: Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse overheid

 

Ontwerpteam: aaa – architectuuratelier ambiorix ism RCR studiebureau, Ney & Partners, Kahle Acoustics, TTAS – Ingenium, Climatex

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Brussel Hoofdstedelijk Gewest

GRO versie: 2019

 

Bewijsvoering voor fase: Aanbesteding

 

Oppervlakte: 10.800 m² bruto (incl. ondergrond)

 

Functie: Cultuur, horeca, kantoren (maken geen deel uit van project)

 

Typologie: Renovatie en uitbreiding van het Kaaitheater in Brussel

 

Beschrijving: Binnenstedelijke bouwblok bestaande uit diverse gebouwen gelegen aan het kanaal in Brussel.

 

xResultaat voor MAT3: 4 bonuspunten

Gebruik van GRO

Ingevulde Materialenpaspoort van voorbeeldproject

 

Het materialenpaspoort werd ingevuld voor alle categorieën met uitzondering van certificering. Het materialenpaspoort is beperkt tot het nieuwbouwgedeelte van het project.

Er kunnen 4 bonuspunten worden toegekend:

 

2 bonuspunten:

  • De kolommen identificatie, volume en bron zijn volledig ingevuld

 

1 bonuspunt:

  • De kolommen identificatie, volume en bron zijn volledig ingevuld
  • De kolom demonteerbaarheid is volledig ingevuld

 

1 bonuspunt:

  • De kolommen identificatie, volume en bron zijn volledig ingevuld
  • De kolommen gerecycleerde of hernieuwbare grondstoffen zijn volledig ingevuld

 

0 bonuspunten:

  • De kolommen identificatie, volume en bron zijn volledig ingevuld,
  • maar de kolom certificering werd niet ingevuld

Er kunnen 4 bonuspunten worden toegekend.

 

 

Overzicht bonuspunten van het voorbeeldproject

WAT: Het principe van Trias Aquatica: beperk het drinkwaterverbruik dankzij zuinige installaties, gebruik regen- en grijswater waar mogelijk en beperk de hoeveelheid aan te lozen water.

Het criterium

WAT1
Het drinkwaterverbruik beperken door waterbesparende voorzieningen, een goed ontwerp en controle.


Bijlage

Geen

Eisen

Deeleis 1: Waterbesparende toestellen en kraanwerk

Deeleis 2: Watermeter

Deeleis 3: Ontwerp waterdistributie

 

Bonuspunten te verkrijgen

Neen

Met dank aan TV NU architectuuratelier – archipelago ism Boydens, Mouton, Plant en Houtgoed.

Project: Plantentuin Meise, Pachthof

 

Opdrachtgever: Agentschap Plantentuin Meise

 

Ontwerpteam: TV NU architectuuratelier -archipelago ism Boydens, Mouton, Plant en Houtgoed

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2020

 

Projectfase: Voorontwerp

 

Typologie: Renovatie en uitbreiding van architectonisch en historisch waardevolle gebouwen (~1850)

 

Functie: Horeca, tuinwinkel, picknick shelter

 

Beschrijving:

De vijf architectonisch en historisch waardevolle gebouwen, vormen het ‘Pachthof’, een historische cluster van dienstgebouwen bij het Kasteel Bouchout (gelegen in beschermd landschap)

Een ervan, de paardenstal, wordt verbouwd en uitgebreid tot horeca.

 

Resultaat voor WAT1: Uitstekend

Gebruik van GRO


Deeleis 1: Waterbesparende toestellen en kraanwerk

Ontwerpparameters sanitaire installatie


Sanitaire toevoeren volgens DIN 1988-3 en DIN 1986 

Sanitaire afvoeren volgens EN 12056 


Debieten van de toestellen:

  • Spoeltafel          3 bar 6 l/min
  • Wastafel             3 bar 6 l/min  
  • douches               3 bar 7 l/min


Toiletten zijn van het type hangcloset met ingebouwd spoelreservoir en waterspaartoets 3/6 liter en urinoirs hebben een spoelvolume van max 1,5l met gebruiksdetectie.

De gemeenschappelijke sanitaire ruimtes zijn verder voorzien van in/opbouwwastafels met een zelfsluitende koudwaterkraan.  Eveneens zijn toebehoren zoals toiletrolhouders, … en steunbaren voor mindervaliden voorzien. 

 

Waterbesparende toestellen en kraanwerk zullen in een volgende fase worden beschreven en opgenomen in de aanbestedings-documenten. Hiervoor worden de richtlijnen en bijhorende maximale verbruiken vanuit GRO gevolgd.

Volgens GRO dient de bewijsvoering voor de criteria WAT1, WAT2 en WAT3 gebundeld te worden in één nota over het volledige waterbeheer van het project.

Deeleis 2: Watermeter

Zowel de hoofdmeter als eventuele submeters worden aan het gebouwbeheersysteem aangesloten zodat een eenvoudige opvolging gegarandeerd is en onregelmatigheden vroegtijdig worden vastgesteld. Elk gebouw van de Pachthofzone heeft een eigen waterteller.
Deeleis 3: Ontwerp waterdistributie 

Zowel de hoofdmeter als eventuele submeters worden aan het gebouwbeheersysteem aangesloten zodat een eenvoudige opvolging gegarandeerd is en onregelmatigheden vroegtijdig worden vastgesteld. Elk gebouw van de Pachthofzone heeft een eigen waterteller.

Principeschema met de waterverdeling en meters in het project

Deeleis 3: Ontwerp waterdistributie

Opwekking SWW op zolder boven keuken

Dit voorbeeldproject voldoet aan alle deeleisen.

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject:


Links en downloads

Het criterium

WAT2

Hergebruik van water: 

Door hergebruik van regen- en grijswater kan het drinkwaterverbruik beperkt worden

 

Bijlage

Geen

 

Eisen :

Deeleis 1. Het percentage van de totale waterbehoefte die door hergebruik van water gedekt wordt.

Deeleis 2. Het percentage van het beschikbare regenwateraanbod dat hergebruikt wordt

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Ja

Met dank aan TV LOW & VK Engineering

Project: Martelaarsplein 7


Opdrachtgever: Vlaamse overheid, Agentschap Facilitair Bedrijf


Ontwerpteam: TV LOW architecten & VK Engineering


Uitvoerder: nog niet bepaald


Procedure: Klassieke procedure


Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: Aanbesteding

 

Functie: Kantoor, woningen

 

Beschrijving: Renovatie van beschermd gebouw

 

Resultaat voor WAT2: Beter

Gebruik van GRO

Berekening totale waterbehoefte: 
Berekening gebruikersgebonden waterbehoefte:  


Aanbod aan regenwater en grijswater:

Vergelijking vraag en aanbod:  vraag > aanbod

Volgens GRO dient de bewijsvoering voor de criteria WAT1, WAT2 en WAT3 gebundeld te worden in één nota over het volledige waterbeheer van het project.

 

WAT 2 – algemene nota Hergebruik van water

 

Na het beperken en optimaliseren van de waterbehoefte – criterium WAT1 – wordt de waterbehoefte en het aanbod aan regen- en grijswater optimaal op elkaar afgestemd.

In het project wordt het regenwater van de daken opgevangen voor hergebruik in het gebouw in een grijswater circuit. In het project wordt er geen afvalwater gezuiverd voor hergebruik in een grijswatercircuit, al dan niet gemengd met het opgevangen regenwater.

 

Het opgevangen regenwater in het grijswater circuit wordt gebruikt voor:

  • De spoeling van de toiletten
  • De spoeling van de urinoirs
  • Het onderhoud van het gebouw
  • De irrigatie van de groenvoorzieningen
Visiebeeld ©LOW architectuuratelier
Visiebeeld ©LOW architectuuratelier

Regenwater zal alleen hergebruikt worden in het kantoorgedeelte, niet in het residentieel gedeelte. Het volume van de regenwaterput en het stormbekken werden bepaald voor het geheel van het gebouw, dus voor het geheel van het kantoorgedeelte en het residentieel gedeelte (worden niet opgedeeld per bouwdeel).

 

Zowel het regenwater van de hellende daken als het water van de groendaken wordt opgevangen voor hergebruik, zowel van het kantoorgedeelte als van het residentieel gedeelte. Alleen het water afkomstig van het terras niveau +1 en niveau +2 van het residentieel gedeelte wordt niet gerecupereerd maar wordt direct naar het stormbekken afgeleid.

 

  • Beschikbaar dakoppervlak = 1.876 m²
  • Aangesloten dakoppervlak waterrecuperatie = 1.733 m² (92,4%)

Regenwater afkomstig van groendaken

 

Het opgevangen regenwater voor hergebruik is ook afkomstig van groendaken. Om de verkleuring van het water in het grijswater circuit te kunnen voorkomen zal het water uit de regenwaterput eerst over een filtersysteem worden gestuurd (o.a. een koolstoffilter) opdat het water in het grijswater circuit geur- en kleurloos zou zijn.

 

De hoeveelheid regenwater dat op de daken kan worden opgevangen en in het gebouw kan worden hergebruikt werd geraamd. Dit resulteerde in de volgende waterbalans voor het kantoorgedeelte:

 

Waterbalans

Dit resulteerde in de volgende waterbalans voor het kantoorgedeelte:


Te voorzien opslagvolume regenwaterput 37 m³ (*)
• Gemiddelde vraag naar grijs water864 m³/jaar
• Gemiddelde dekkingsgraad vraag grijs water68%
• Gemiddelde besparing verbruik leidingwater 583 m³/jaar
• Totale watervraag1.365 m³/jaar(100%)
• Verbruik grijswater583 m³/jaar (43%)
• Verbruik leidingwater782 m³/jaar (57%)


(*) Het minimaal ontwerpvolume van de regenwaterput te voorzien volgens de verordening GSV is kleiner dan het economisch bepaald opslagvolume. Het economisch optimaal opslagvolume is hier bepalend voor het verder ontwerp.

Bonuspunt: Optimale afstemming van de beschikbare waterkwaliteit op de benodigde waterkwaliteit

 

Eis: 90% van de waterbehoefte, die door grijs- en regenwater gedekt kan worden, wordt door grijs- en regenwater gedekt.


Voor dit project wordt geen bonuspunt toegekend.

Resultaat:

 

  • Deeleis 1: Beter – 43% van de totale watervraag wordt gedekt door hergebruik van water
  • Deeleis 2: Beter – 79% van het beschikbare regenwater wordt effectief benut

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

> Download de complete berekening + nota

> FAQ

> Link met andere criteria

Het criterium

WAT3

Het volume en afvoerdebiet van te lozen water beperken en vervuiling van water tegengaan.


Bijlage

Geen

Eisen

Deeleis 1: Lekdebiet

Deeleis 2: Ledigingstijd infiltratievoorziening

Deeleis 3: Watervervuiling vermijden

 

Bonuspunten te verkrijgen

Neen

Met dank aan TV NU architectuuratelier – archipelago ism Boydens, Mouton, Plant en Houtgoed.

Project: Plantentuin Meise, Pachthof

 

Opdrachtgever: Agentschap Plantentuin Meise

 

Ontwerpteam: TV NU architectuuratelier -archipelago ism Boydens, Mouton, Plant en Houtgoed

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2020


Projectfase: Voorontwerp


Typologie: Renovatie en uitbreiding van architectonisch en historisch waardevolle gebouwen (~1850)


Functie: Horeca, tuinwinkel, picknick shelter


Beschrijving: De vijf architectonisch en historisch waardevolle gebouwen, vormen het ‘Pachthof’, een historische cluster van dienstgebouwen bij het Kasteel Bouchout (gelegen in beschermd landschap)

Een ervan, de paardenstal, wordt verbouwd en uitgebreid tot horeca.


Resultaat voor WAT3: Uitstekend

Gebruik van GRO

Volgens GRO dient de bewijsvoering voor de criteria WAT1, WAT2 en WAT3 gebundeld te worden in één nota over het volledige waterbeheer van het project.

 

Deeleis 1: Lekdebiet naar het afvoerpunt van het perceel

Het wedstrijdconcept werd verder onderzocht, aangepast en efficiënter gemaakt. Voor de afvoer van water onderscheiden wij voor dit project twee stromen: Hemelwaterau en grijs afvalwater (eveneens zwart na zuivering). 

Lekdebiet hemelwater

Het hemelwater afkomstig van alle daken van het Pachthof wordt via een vernieuwd rioleringsstelsel verzameld en afgevoerd naar de wachtputten die vervolgens via de pompput het water naar de waterkelders van het serrecomplex oppompen. De pompen in de hemelwaterpompputten hebben een voldoende hoog debiet om het water van zowel de hoger gelegen daken als die van het pachthof op te pompen. Zo zijn er geen bijkomende verbruikers en te onderhouden pompen nodig. De gebruiker prefereerde deze aanpak boven de vertraagde afvoer.

 

Het hemelwater van het Pachthof komt op deze manier terecht in het gietwaternet dat de plantentuin van water voorziet.

In het Pachthof zullen de gietkranen en de wc’s van het restaurant aangesloten worden op dit net. Door de wc’s mee aan te sluiten op dit net moeten binnen het pachthof geen bijkomende hemelwaterputten en pompen voorzien worden. Het dakoppervlak van het Pachthof zorgt voor extra toevoer aan hemelwater naar de waterkelders van de serre en deze worden als het ware gebruikt als hemelwaterputten op afstand.

 

De overloop van de bufferkelders van de serre geven uit in de kasteelvijver waar het water op een natuurlijke manier kan infiltreren via de vijver en beken. Op deze manier zal er geen lekdebiet zijn naar de openbare riolering.

Deeleis 2: Ledigingstijd van de infiltratievoorziening

Door het concept zoals hierboven beschreven zal er geen infiltratievoorziening zijn, zoals in de gebruikelijk manier gepast wordt. Om in te spelen op buien wordt het buffervolume en de vertraagde afvoer zo gedimensioneerd dat de ledigingstijd minder dan 6 uur na de laatste bui zal bedragen.

De vijver die als infiltratiebekken fungeert is voldoende groot om al het regenwater op te vangen. Door zijn vorm en volume wordt geacht dat de volumes regenwater van het Pachthof vlot verwerkt worden.

Deeleis 3: Watervervuiling vermijden

Het ontwerp, de omgevingsaanleg en het hierboven beschreven afvoersysteem voorzien in de nodige maatregelen om watervervuiling te voorkomen.

Middels deze nota tonen we aan dat er aan de in WAT3 beschreven aandachtspunten voldaan is.

Berekening rioleringsnet

Op het rioleringsplan werd het type afvoer, diameter, verval en verloop via TAW-nivo’s (Tweede Algemene Waterpassing) aangeduid. Deze tonen aan dat er met een minimum aan kruisingen een geoptimaliseerd en werkend afvoersysteem bekomen wordt en er aangesloten kan worden op de reeds voorziene wachtputten. 

Er werd eveneens een detailberekening opgmaakt van de verschillende diameters van afvoerbuizen (Hemelwater, Fecaal, Grijs) aan de hand van het benodigde debiet ifv de helling.

Er zal geen lekdebiet zijn naar de openbare riolering, wat resulteert prestatieniveau “uitstekend” (lekdebiet ≤ 1 l/s en ha).

 

De ledigingstijd zal minder dan 6 uur bedragen: het resultaat is “uitstekend”

 

Aan de eis ivm het vermijden van watervervuiling is voldaan.

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

OMG: Een gezonde en aangename omgeving dankzij het bevorderen van de plaatselijke biodiversiteit, het beperken van de invloed van het project op de omgeving, zelfs tijdens de werffase.

Het criterium

OMG1

Het bevorderen van de plaatselijke biodiversiteit.

 

Bijlage

OMG1_Rekenblad BAF+

Eisen

Deeleis 1: Opmaak van een inrichtings- en beheersplan

 

Bonuspunten te verkrijgen

Ja

Met dank aan Team van Meer!

Project: Frans Masereel Centrum

 

Opdrachtgever: Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse overheid

 

Ontwerpteam: Team van Meer! ism studiebureel Heedfeld

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2019

 

Projectfase: Definitief ontwerp

 

Totale oppervlakte: 16.000 m²

 

Functie: Cultuur

 

Beschrijving: De site bestaat uit meerdere percelen met een recente nieuwbouw en enkele oudere gebouwen. Het geheel mist aan samenhang. Met de nieuwe inrichting wordt getracht om hieraan een antwoord te bieden en de parkeerproblematiek op te lossen.

 

Resultaat voor OMG1: Uitstekend

Gebruik van GRO

Team van Meer! maakte een uitgebreide nota biodiversiteit op met volgende onderdelen:

  • Inleiding 
  • Inventarisatie:
    • Geraadpleegde kaarten en inventarissen 
    • Plaatselijke vaststellingen
    • Berekening BAF+-factor
    • Integratie in het ontwerp
    • Analyse resultaten
    • Ontwerpkeuzes
  • Geraadpleegde kaarten en inventarissen

Per geraadpleegde kaart worden de bevindingen genoteerd en vaststelling gemaakt. Als voorbeeld worden hier twee kaarten getoond:

 

  • Kaart potentieel natuurlijke vegetatie
  • Bodemkaart- bodemtypes
  • Plaatselijke vaststellingen

Het zuidelijke perceel is pas recent (bij de bouw van het nieuwe atelier- en expositiegebouw) betrokken bij het Frans Masereel Centrum. Voordien werd het gebruikt als landbouwgrond. Zoals op foto’s bij realisatie merkbaar, hebben grondwerken over het volledige terrein plaatsgevonden.

Het terrein is met een kunstmatige talud en wadi verder aangepast.

 

Na de bouwwerken is de talud door de grondwerker met een standaard grasmengsel ingezaaid, maar deze is niet aangeslagen.

 

Gezien het terrein voorheen jarenlang als landbouwgrond is gebruikt, vele grondwerken hebben plaatsgevonden, met kunstmatige mengsels is ingezaaid en het te kort is na ingebruikname van het terrein om spontane ontwikkeling en kolonisatie te bekomen, heeft het geen meerwaarde om een gedetailleerde kartering van de aanwezige vegetatie uit te voeren.

  • Integratie ontwerp – analyse resultaten

Analyse

De analyse kwantificeert de typische evolutie van een Kempisch landschap in de twintigste eeuw waar zich een ontwikkeling voordoet met ofwel een bebossing met naaldhout (Grove en Corsicaanse Den) of een ingebruikname als akker- of weidegronden. Weinig oorspronkelijke bebossing met eik of heidelandschap blijft over (in de landschapsatlas en de kaart met traditionele landschappen worden geen specifieke elementen – lijn / punt / relict / ankerplaats – t.h.v. de site vastgesteld). Ook op de site zijn dergelijke evoluties vast te stellen.

Ontwerpconcept

Het nieuwe ontwerp tracht tot een meer samenhangend ruimtelijk geheel te komen, waarbij een aantal functionele knelpunten worden herzien. Als uitgangspunt is gekozen voor een integratie in het omliggende landschap. De sterke afbakening van het oorspronkelijke perceel wordt doorbroken en afsluitingen worden zoveel mogelijk teruggedrongen.

 

 

Ook worden de afsluitingen niet langer gebruikt om het landschap te begrenzen of om binnen de begrenzingen een andere wereld op te creëren. Het landschap wordt doorgetrokken doorheen de site.

Ontwerpkeuzes

In de ontwerpkeuzes legt het ontwerpteam de gemaakte keuzes en de motivatie ervoor uit. De beoogde beplantingen worden benoemd en het beheer ervan besproken. Als voorbeeld hier het stuk over het geplande graslandschap:

Hoewel het oorspronkelijke landschap een heidelandschap betreft, wordt gekozen voor een graslandschap. Het heidelandschap vergt een bijzonder beheer, het graslandschap laat zich eenvoudig beheren en sluit aan bij het omliggende landschap met velden.

In de keuze van het grasmengsel wordt zoveel mogelijk het gras tussenuit gelaten. Zo krijgen de overige kruiden een voorsprong t.o.v. het gras dat zich makkelijk laat koloniseren. Het specifieke zaaimengsel wordt in aanbestedingsfase fijn gesteld.

BAF+ factor

De BAF+ factor werd berekend. De BAF+ factor in de toekomstige situatie is lichtjes beter (5%) dan vandaag. Dat de verbetering niet hoger uitvalt komt door de parking die in dit nieuwe deel gerealiseerd zal worden.

 

 

BAF+ indicator van het voorbeeldproject

Bonuspunt: Verbetering BAF+ indicator
Eis: De BAF+ indicator wordt minstens 30% verbeterd t.o.v. de oorspronkelijke situatie. Aan deze eis in het voorbeeldproject wordt niet voldaan.

Er is een inrichtings- en een beheersplan (tenminste op globaal niveau) met mogelijke

varianten en opties opgemaakt. Het project voldoet aan deze deeleis.

 

Er werd een benaderende berekening BAF+ indicator opgemaakt, maar er kon geen bonuspunt worden toegekend.

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

OMG2

Impact op de omgeving: Het beperken van lichtpollutie, beschaduwing van de directe omgeving, windhinder en hitte-eilandeffect.”

 

Bijlage

OMG2-rekenblad

Eisen :

Deeleis 1. Lichtpollutie

Deeleis 2. Beschaduwing van de directe omgeving

Deeleis 3. Windhinder

Deeleis 4. Hitte-eilandeffect

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Nee

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)

 

Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II

 

Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte

 

Totale oppervlakte: 110.000 m²

 

Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70

 

Resultaat voor OMG2: Goed

Gebruik van GRO

Deeleis 1: Lichtpollutie

Het lichtplan wordt beoordeeld op basis van de vier eisen:

  • Bepaling gebiedstype
  • Beperken van hemelgloed
  • Berekenen van licht op naburige eigendommen
  • Lichtbeheersysteem om de verlichtingsperiode te beperken

 

Het buitenverlichtingsplan van het voorbeeldproject:

Het buitenverlichtingsplan is niet in het voorbeeldproject opgemaakt: er is nauwelijks/geen buitenverlichting. De buitenverlichting hoort grotendeels bij het openbaar domein.

 

De site is gelegen in het gebied “Stadscentrum”. De vereiste maximaal toegelaten waardes betreffende de opwaartse lichtstroomverhouding worden mee opgenomen als een eis voor de buitenverlichting in het aanbestedingsdossier. De sturing van de buitenverlichting wordt mee aangesloten op het gebouwbeheersysteem voorzien van de nodige timers om de impact op de omgeving tot een minimum te herleiden.

Voor het verlichtingsplan wordt uitgegaan van volgende eisen:

  • Gebiedstype: E4/Stadscentrum
  • Beperken van hemelgloed: E4/ 0-25%
  • Beperken van licht op naburige bronnen: E4/25lux – 5 lux
  • Lichtbeheersysteem

 

Resultaat voor deeleis 1 Lichtpollutie: Uitstekend

Deeleis 2: Beschaduwing van de directe omgeving

 

Bepalen van beschaduwing van de directe omgeving van het voorbeeldproject:

Voor deze deeleis werd de bestaande toestand (sokkel en 2 torens) vergeleken met de nieuwe toestand. Dit houdt in dat er werd onderzocht wat het effect is van het tussenvoegen van een balkvormig volume tussen de bestaande torens. En dat op drie momenten:

  • 21 maart om 9:30u
  • 21 maart om 12:00u
  • 21 maart om 14:30u

 

Uit de studie blijkt dat de nadelige impact beperkt blijft tot maximaal 20%. Wanneer een gemiddelde genomen wordt van de 3 opgegeven tijdstippen kan worden aangenomen dat het verschil beperkt blijft tot 10%.

Studie beschaduwing

Uittreksel beschaduwingsstudie op 21 maart om 9:30u vóór de uitbreiding

Uittreksel beschaduwingsstudie op 21 maart om 9:30u na de uitbreiding

Uittreksel beschaduwingsstudie op 21 maart om 12:00u vóór de uitbreiding

Uittreksel beschaduwingsstudie op 21 maart 12:00u na de uitbreiding

Uittreksel beschaduwingsstudie op 21 maart om 14:30u vóór de uitbreiding

Uittreksel beschaduwingsstudie op 21 maart 14:30u na de uitbreiding

Resultaat voor deeleis 2 – Beschaduwing van de directe omgeving: Goed

Deeleis 3: Windhinder

Hoe de windhinder bepalen?

 

Het onderzoek naar windhinder is vereist voor:

  • gebouwen hoger dan 30 m (vanaf het gelijkvloers gemeten)
  • gebouwen die beduidend hoger zijn (factor 2) dan het gemiddelde van de aanpalende gebouwen
  • gebouwen in wiens buurt (= straal van 2x de grootste afmeting van het gebouw) een gebouw van > 30 m hoogte staat

Bepalen van windhinder van het voorbeeldproject:

 

Uit de windtunneltest blijkt dat de comfortklasse rond het nieuwe gebouw vooral comfortklasse A en B (volgens NEN 8100) zal zijn. Op enkele punten zal comfortklasse C gehaald worden.

 

De studie toont bovendien aan dat er nergens windgevaar optreedt.

De maquette in de windtunnel

Gemiddelde windsnelheden bij zuidwind

Gevarenanalyse op voetgangersniveau

Resultaat  voor deeleis 3 – Windhinder: Goed

Deeleis 4: Hitte-eilandeffect

In het rekenblad OMG2 wordt het prestatieniveau bepaald aan de hand van de oppervlaktes van het project en de bijhorende albedo-waarde (het weerkaatsingsvermogen van de geëxponeerde oppervlaktes).

 

Bepalen van het hitte-eilandeffect van het voorbeeldproject:

Uittreksel van het plan niv +07 van voorbeeldproject

Uittreksel van het dakenplan van voorbeeldproject

Volgens het rekenblad is de gemiddelde gewogen albedo-waarde 0,36.

 

De bestaande situatie wordt grondig verbeterd door de toevoeging van groendaken.

Resultaat  voor deeleis 4 – Hitte-eilandeffect: Beter

Aan 90% van alle eisen, die i.v.m de lichtpollutie van toepassing zijn, is voldaan.


Het project scoort “goed” op deeleis 2 en 3 en haalt niveau “beter” voor deeleis 4.


Het globaal prestatieniveau voor de impact van het project op de omgeving is “goed”.




Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

OMG3

Op de werf dient dagdagelijks rekening gehouden te worden met de omgeving, het milieu en de veiligheid.

 

Bijlage

OMG3_Checklist duurzaam werfbeheer

Eisen

1:  (Risico-)analyse duurzaam werfbeheer en implementatie

 

Bonuspunten te verkrijgen

Nee

Gebruik van GRO

De diverse aspecten uit de checklist OMG3 worden in fase aanbesteding vertaald en opgenomen in het bestek. 

 

Het Facilitair Bedrijf hanteert voorbeeldteksten om te integreren in de bestekken voor werken. Deze worden ter beschikking gesteld aan de ontwerpteams die deze in de bestekken verwerken.

Sorteren van afval op bouwplaats

Verantwoordelijkheid en rol van de uitvoerder mbt GRO

 

In deze standaardtekst wordt GRO gekaderd en de rol en verantwoordelijkheid van de aannemer uitgelegd en gedefinieerd. We onderscheiden tussen een passieve en actieve verantwoordelijkheid. 

  • Het correct uitvoeren van de beschreven bestekteksten en het correct opvolgen van de plannen, waardoor de door het ontwerpteam geïntegreerde maatregelen zorgen voor het behalen van de beoogde prestatieniveau binnen GRO. We spreken van een “passieve verantwoordelijkheid” van de aannemer.
  • Het, waar gevraagd, aanleveren van berekeningsnota’s, opvolgingsdocumenten, … welke rechtstreeks zullen worden gebruikt als bewijslast voor het dossier. We spreken van “actieve verantwoordelijkheid” van de aannemer.

 

De actieve verantwoordelijkheid komt voornamelijk in het criterium OMG3 duurzaam werfbeheer voor.

  • Aandachtspunten:
    • Opmaak risico-analyse en vertaling van eisen en procedures op maat van het project.   
    • Opmaak van een uitgebreid werfinrichtingsplan, van een beheersplan voor bouw- en sloopafval, van een beheersplan hoe het milieu en de omgeving beschermd en hinder beperkt kan worden (vergelijkbaar met een veiligheids- en gezondheidsplan bij veiligheidscoördinatie). Invullen van de checklist OMG3

 

 

Richtlijnen duurzaam werfbeheer

 

Verschillende aspecten uit de checklist OMG3 zijn deels in de courant gehanteerde bestekken (bv VMSW) opgenomen maar GRO gaat nog verder. In de richtlijn komen volgende aspecten aan bod:

  • Werftransport
  • Werfinrichting
  • beperking van vervuiling op de werf (beheersing van de invloed van bouwwerken op het buitenmilieu)
  • Werfhinder en milieurisicobeheersing
  • Richtlijnen afvalbeheer
  • Materiaalbeheer
  • ….

Hierin kunnen ook concrete vereisten opgenomen worden betreffende minimaal te hanteren duurzaamheidskeurmerken, verbod op bepaalde chemische behandelingen, enz.

 

 

Projectspecifieke risicoanalyse

 

Projectspecifiek zijn er vaak prioriteiten of randvoorwaarden waardoor bijzondere aandacht naar een of meerdere aspecten uitgaat.

Dit kan bijvoorbeeld dankzij bijzonder aandacht voor:

  • het voorkomen van (stof/geluids)hinder van de buurt door een delicate ligging of het in gebruik blijven van een gebouw tijdens de werken
  • het scheiden van afvalstromen ifv recyclage en hergebruikdoelstellingen
  • het beschermen van de omliggende flora en fauna omwille van een de ligging nabij een waardevol natuurgebied
  • gevaarlijke stoffen 

 

 

Noot: De opvolging van duurzaam werfbeheer is vandaag nog niet ingeburgerd zoals veiligheidscoördinatie. Het vormt een bijkomende taak voor de aannemer, het ontwerpteam en de opdrachtgever wat de nodige aandacht vraagt om de gewenste hinder en milieubescherming ook waar te maken.

Voorbeeld uittreksel van in te vullen checklist

Het prestatieniveau is voldaan als er een (risico-)analyse van alle uit te voeren werken werd opgemaakt en er project-specifieke implementatie en opvolging is.

 

Het prestatieniveau is niet voldaan als er geen (risico-)analyse werd opgemaakt en duurzaam werfbeheer niet voldoende geïmplementeerd en opgevolgd is.

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject

LCC: Life Cycle Costing gaat erom de kosten voor elke levenscyclus in rekening te nemen (en te beperken).

Het criterium

LCC1

Het beperken van de kosten voor bouwkundig en installatietechnisch onderhoud en herstelling.

 

Bijlage

LCC1_Checklist onderhoudsvriendelijk ontwerpen

Eisen

Eis 1: Checklist LCC1 Onderhoudsvriendelijk ontwerpen

 

Bonuspunten te verkrijgen

Nee

Met dank aan NU architectuuratelier ism archipelago, Boydens, Mouton, Arne Deruyter.

Project: Plantentuin Meise, Onthaalgebouw Nieuwelaan

 

Opdrachtgever: Agentschap Plantentuin Meise

 

Ontwerpteam: NU architectuuratelier ism archipelago, Boydens, Mouton, Atelier Arne Deruyter

 

Uitvoerder: Bouwbedrijf Van Poppel NV

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2019

 

Projectfase: Definitief ontwerp

 

Totale netto oppervlakte: 780 m² bovengronds

 

Functie: Onthaal met tuinwinkel, toeristisch infopunt, kantoor en publiek sanitair

 

Beschrijving: Laagbouw aan de inkom van een botanische tuin, een toeristische attractie

 

Resultaat voor LCC1: Uitstekend

Gebruik van GRO

De checklist van het ontwerp

Het project scoort uitstekend op schoonmaakbewust ontwerpen. Tijdens het ontwerp werd er veel aandacht aan besteed, gezien dit een zeer frequent en druk gebruikt gebouw is dat op elk moment verzorgd en proper moet zijn. 

 

Voorbeeld: gebruik van stevige materialen met weinig slijtage, beperking risico’s gerelateerd aan zwakke materialen.

Dit gebouw is de hoofdinkom van de Plantentuin Meise en dus een sterk gefrequenteerd gebouw met tuinwinkel, toeristisch infopunt en publiek sanitair.

 

De sokkel is impactbestendig voor het voorziene gebruik. De gevel wordt voorzien van kalk- en leempleister en houten buitenschrijnwerk. ’s Avonds is de Plantentuin niet toegankelijk. De deuren naar de technische ruimte zijn dubbele stalen deuren. 

 

Er zijn geen krommingen of ronde bouwdelen voorzien in het ontwerp. 

 

De kans op graffiti of vandalisme is miniem in deze setting. Bijkomend zijn er geen zones zonder sociale controle.

Afwerkingsmaterialen in sterk gefrequenteerde zones zoals bijvoorbeeld het sanitair of de winkel werden afgewogen tov onderhoud en schoonmaak. Het sanitair wordt in tegels uitgevoerd, de inrichting van de winkel in multiplex en accoya hout. Dit voornamelijk omwille van de gewenste sfeer in de tuinwinkel. Afdekkingen van convectoren zijn afneembaar ifv onderhoud. 

 

Voor de vloerafwerking werd gekozen voor polybeton in winkel en kantoor en keramische tegels in het sanitair. Deze keuze houdt rekening met het beoogde frequente gebruik. 

Op basis van checklist LCC1 wordt het prestatieniveau beoordeeld. Het resultaat “uitstekend” kan worden overgenomen in de overzichtsfile gebouw.

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

LCC2

Schoonmaakbewust ontwerpen: 

Het bevorderen van efficiënte en eenvoudige schoonmaak in het ontwerp.

 

Bijlage

checklist LCC2

Eisen

Eis 1: Checklist LCC2 

 

Bonuspunten te verkrijgen

Nee

Met dank aan NU architectuuratelier ism archipelago, Boydens, Mouton, Arne Deruyter.

Project: Plantentuin Meise, Onthaalgebouw Nieuwelaan

 

Opdrachtgever: Agentschap Plantentuin Meise

 

Ontwerpteam: NU architectuuratelier ism archipelago, Boydens, Mouton, Atelier Arne Deruyter

 

Uitvoerder: Bouwbedrijf Van Poppel NV

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2019

 

Projectfase: Voorontwerp

 

Totale netto oppervlakte: 780 m² bovengronds

 

Functie: Onthaal met tuinwinkel, toeristisch infopunt, kantoor en publiek sanitair

 

Beschrijving: Laagbouw aan de inkom van een botanische tuin, een toeristische attractie

 

Resultaat voor LCC2: Uitstekend

Gebruik van GRO

Het project scoort uitstekend op schoonmaakbewust ontwerpen. Tijdens het ontwerp werd er veel aandacht aan besteed, gezien dit een zeer frequent en druk gebruikt gebouw is dat op elk moment verzorgd en proper moet zijn. 

Dit gebouw is de hoofdinkom van de Plantentuin Meise. De toegangspaden zijn duidelijk herkenbaar, logisch en onmisbaar zodat de customer journey vanzelfsprekend aanvoelt voor de bezoeker.

  • De afwatering van de paden: het hoofdpad is aangelegd in kasseien en watert af naar de zijkanten waarin straatkolken zijn verwerkt. 
  • De ingangszone en de ingang zelf zijn overdekt

 

De kans op vervuiling van de inkomzone is beperkt door de luifel. Door de wind zullen er wel wat bladeren, stof enz. aangewaaid worden. 

 

De schoonloopzone is door de luifelstructuur zeer groot. Bijkomend ligt in de sas een schoonloopmat.

De tochtsas was in het oorspronkelijke voorstel niet voorzien maar werd uit energetische overwegingen en om tocht te voorkomen toch nog voorzien.  

 

De inkomdeuren zijn voorzien als geautomatiseerde schuifdeuren. Dit is de meest comfortabele manier om bezoekers te ontvangen en dus integraal toegankelijk. Hierdoor wordt ook de schoonmaak van de deuren beperkt. 

 

De asbakken op het domein worden door de Plantentuin voorzien.

De checklist omvat aandachtspunten voor schoonmaakbewust ontwerpen. Bij het invullen van de checklist wordt automatisch een prestatieniveau berekend waarop beoordeeld wordt.

 

Het resultaat is “uitstekend” en kan worden overgenomen in de overzichtsfile gebouw.

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

LCC3

Het reduceren van de verbruikskosten voor energie.

 

Bijlage

LCC3_Rekenblad energieverbruik

Eisen

Eis 1: Rekenblad LCC3

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Nee

Met dank aan Havana architectuur

Project: Justitiehuis en Jongerenwelzijn Ieper

 

Opdrachtgever: Vlaamse overheid, Agentschap Facilitair Bedrijf

 

Ontwerpteam: Havana architectuur BV, Ingenium NV, Sileghem & Partners CVBA, Feys BVBA

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2019

 

Bewijsvoering voor fase: Voorontwerp

 

Totale oppervlakte: 1730 m² (bruto oppervlakte bovengronds)

 

Functie: Kantoor

 

Beschrijving: Grondige renovatie van het voormalige hotel Skindles met beschermde gevels in binnenstedelijke omgeving

 

Resultaat voor LCC3: Voldaan

Gebruik van GRO

Op basis van de EPB-berekening wordt het rekenblad LCC3 ingevuld. 

 

Dit is een fictieve berekening gebaseerd op EPB-resultaten en bijgevolg een voorspelling op basis van een theoretisch verbruik.

Uittreksel van de checklist van het ontwerp (onderdeel energieverbruik)

Uittreksel van de checklist van het ontwerp (onderdeel samenvatting)

Het ontwerpteam vult het rekenblad LCC3 in conform de EPB-berekening. De inschrijver analyseert in een beschrijvende nota waar het project goed en minder goed scoort en waarom.

 

Het project voldoet aan deze eisen.

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject

TOE : Circulair en toekomstgericht ontwerpen door in te zetten op flexibiliteit, functieneutraliteit, ontwerp voor demontage, en het gebruik door derden.

Het criterium

TOE1

Toekomstige aanpasbaarheid mogelijk maken door flexibiliteit, functieneutraliteit en ontwerp voor demontage.

 

Bijlage

TOE1_Checklist circulair en toekomstgericht ontwerpen

Eisen

Eis 1: Checklist TOE1 Toekomstgericht ontwerpen

 

Bonuspunten te verkrijgen

Ja

Met dank aan TV NU architectuuratelier – archipelago ism Boydens, Mouton, Plant en Houtgoed.

Project: Plantentuin Meise, Pachthof

 

Opdrachtgever: Agentschap Plantentuin Meise

 

Ontwerpteam: TV NU architectuuratelier -archipelago ism Boydens, Mouton, Plant en Houtgoed

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2020

 

Projectfase: Definitief ontwerp

 

Typologie: Renovatie en uitbreiding van architectonisch en historisch waardevolle gebouwen (~1850)

 

Functie: Horeca, tuinwinkel, picknick shelter

 

Beschrijving: De vijf architectonisch en historisch waardevolle gebouwen, vormen het ‘Pachthof’, een historische cluster van dienstgebouwen bij het Kasteel Bouchout (gelegen in beschermd landschap)

Een ervan, de paardenstal, wordt verbouwd en uitgebreid tot horeca.

 

Resultaat voor TOE1: Beter

Gebruik van GRO

De checklist werd ingevuld en aangevuld met een korte uitleg van de toegepaste principes.

Uittreksel van de checklist van het ontwerp

Verschillende gebruiksscenarios van de Pachthof

Kerstdiner

Warme zomerdag

Trouwfeest op het dak

Kunst expo met receptie

Maatregelen

‘Lengthen the loop’

 

Flexibel en aanpasbaar bouwen: Het restaurant is geconcipieerd als een houten skelet op een vaste rastermaat. Gevel en binnenwanden zijn losse invulling en kunnen op termijn verplaatst worden.

 

De interne indeling is dermate opgevat dat de ruimte op verschillende manieren kan gecompartimenteerd worden. De technische installaties zijn hierop aangepast.

 

Door het hergebruik van de paardenstal en de overige gebouwen op het Pachthof, wordt reeds maximaal invulling gegeven aan de levensduurverlenging van aanwezige structuren en materialen.

 

 

‘Narrow the loop’

 

Door het bouwprogramma in te passen in de bestaande gebouwen met de strategie van ‘matchmaking’, worden de bestaande structuren maximaal gevaloriseerd, zonder parasitaire milieu-impact te genereren. De geklimatiseerde ruimtes worden gebundeld in een nieuw volume, zodat de nieuw toegevoegde materialen op een optimale manier kunnen ingezet worden om de operationele energievraag te minimaleren.

Er is maximaal ingezet op passieve strategieën om het binnenklimaat onder controle te houden, zoals beschaduwing door overstekken, ventilatieve koeling, … Hierdoor kan zowel op materiaalgebruik voor technische installaties bespaard worden, als op operationeel energieverbruik.


De materialen zijn gekozen in functie van een minimale milieu-impact (zie MAT1).

Er is maximaal ingezet op meervoudig ruimtegebruik, zodat de ruimte en materialen optimaal benut worden. Flexibel gebruik van het gebouw doorheen de seizoenen is geïmplementeerd door de maximale opdeelbaarheid en de flexibele koppeling met de buitenruimte. Door het gebruiken van het dak van het restaurant als terras en extra activiteitenruimte wordt ook de footprint van het gebouw maximaal gevaloriseerd.



‘Closing the loop’


Materialen: de houten elementen in het gebouw zullen maximaal demonteerbaar verwerkt worden. Bij eventuele afbraak van het gebouw kunnen zij nog een 2e leven krijgen.

Voor de omgevingsaanleg worden maximaal de reeds aanwezige materialen herbruikt.

niveau +2

1. Toren met klok
2. Toren
3. Archief
4. Nieuwe lift
5. Dakterras
6. Dakterras bezoekers
7. Nieuwe lift
8. Trap / bordes
9. “Godfried met de baard” zaal

Impressie van het (publieke) dakterras, met circulatiepaviljoen, opengewerkte torenerker, en daktuin

Bonuspunt 1: Maak een plan van aanpak met een uitgebreid onderzoek naar de mogelijkheden hoe circulair en toekomstgericht bouwen

Archipelago werkt met een matrix “assessment strategies for circular building” om circulaire strategieën per laag te analyseren en keuzes te maken.

 

De strategieën zijn gebaseerd op de R’en (refuse, rethink, reduce,…), de lagen op de layers van Brandt (site, structure, skin,…).

Daarnaast worden ook de systemen onder de loep genomen: water en energie voor de verschillende toepassingen (water, verlichting, verwarming, koeling, ventilatie, energiebronnen).

 

Ten slotte wordt in de matrix weergegeven met welke tools een strategie geanalyseerd en/of gestaafd zal worden: TOTEM, BIM, materialenpaspoort, EPB, …

Strategies for circular building archipelago architects

Bonuspunt 2: Maak een demontageplan op

In het voorbeeldproject werd dit plan niet opgemaakt.

 

Het demontageplan omvat drie belangrijke onderdelen (zie ook checklist TOE1 tabblad demontageplan):

• Het principe en concept over hoe het gebouw ontworpen is (met oog op demontage)

• Inventaris van alle materialen, hun hoeveelheden, hun potentieel qua hergebruik of recyclage;(idealiter op basis van het materialenpaspoort)

• Volgorde van de afbraakwerken, noodzaak aan speciale technieken, risico’s

De beoordeling gebeurt aan de hand van de checklist TOE1 Toekomstgericht ontwerpen. Bij het invullen van de checklist wordt automatisch een prestatieniveau gegenereerd waarop beoordeeld wordt. Dit project voldoet aan het prestatieniveau “beter”.

 

Er kan één bonuspunt worden toegekend.

 

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject

Het criterium

TOE2

De mogelijkheid voorzien om gebouwen en hun omgeving zoveel mogelijk open te stellen voor derden. Slim samen gebruiken, in tijd en ruimte.

 

Bijlage

Geen

Eisen :

Eis 1. In welke mate is het gebouw toegankelijk voor derden?

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Nee

Met dank aan Befimmo (Zin in Noord) en VK Engineering

Project: Kantoor 2023 (Zin in Noord)

 

Opdrachtgever: Zin in Noord, filiaal van Befimmo

 

Bouwteam:

  • Architectuur: Future WTC (consortium van architecten 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC)
  • Studiebureau technieken, gevel en EPB-verslaggever, verslaggever GRO: VK Engineering
  • Ingenieur Stabiliteit: Greisch
  • Studiebureau akoestiek: De Fonseca
  • Studiebureau groenvoorziening: Plant- en Houtgoed
  • Adviseurs circulariteit: Drees & Sommer, EPEA, Sustenuto (in opdracht van Open Minds), Rotor, Ship-it
  • Coördinator BIM: D-Studio
  • Veiligheidscoördinatie en controle bureau: SECO
  • Bureau toegankelijkheid: Inter
  • Project Management: Advisers
  • Uitvoerder sanering, demontage, afbraak : De Meuter
  • Uitvoerder bouw: TM Open Minds (consortium van aannemers Van Laere, CFE, BPC en VMA)
  • Onderhoudspartner: Engie Services

 

Procedure: Mededingingsprocedure met onderhandeling (huur over 18 jaar, DBFM)

 

Gewest: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

Datum van de bouwaanvraag: 2019

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: 1e toetsmoment (er zijn 2 tussentijdse toetsmomenten voorzien tussen BAFO en oplevering)

 

Typologie: Grondige renovatie en uitbreiding van de bestaande WTC I en II

 

Functie: Kantoor, Co-working, hotel, woning, commercieel, publieke ruimte

 

Totale oppervlakte: 110.000 m²

 

Context: Binnenstedelijke hoogbouw uit de jaren ’70

 

Resultaat voor TOE2: Uitstekend

Gebruik van GRO

Dit criterium was niet opgenomen in het bestek omdat de toegang voor derden in het deel voor de Vlaamse overheid in het bestek omschreven was. 

Dit is echter een mooi voorbeeld voor een divers aanbod aan ruimtes. 

ZIN, de trefplaats. axonometrie van de begane grond van het project: (1) de serre, (2) inkomhal kantoren NO(O)RD, (3) toegang publieke parking, (4) winkels, (5) inkomhal woningen, (6) in- en uitrit laad- en loszone, (7) inrit parking, (8) toegang sport- en evenementenhal, (9) toegang activiteitencentrum, (10) toegang supermarket, (11) uitrit wagenparking, (12) fietsenstalling, (13) ingang rechtscollege, (14) lobby hotel, (15) bar/restaurant hotel

De beoordeling gebeurt op basis van vijf indicatoren, die de graad van openstellen voor derden en het gebruik door derden in kaart brengen. Bij het invullen in de overzichtsfile wordt het prestatieniveau op basis van het gehaalde percentage automatisch berekend. Het prestatieniveau “uitstekend” wordt gehaald.

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

BEH: Een goed beheer dankzij een monitoring van het energieverbruik.

Het criterium

BEH1

Het uitrusten met de nodige voorzieningen om het energieverbruik te registreren, analyseren en indien nodig bij te sturen en te optimaliseren

 

Bijlage

Geen

Eisen :

Deeleis 1. Basis energiemonitoring

Deeleis 2. Update energiemonitoring

Deeleis 3. Submetering van de grootste verbruikers, gebruikers en zones

 

Bonuspunten te verkrijgen:

Geen

Met dank aan BOB361 architects

Project: Vormingscentrum Destelheide – slaapblok en paviljoen

 

Opdrachtgever: Departement cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse overheid

 

Ontwerpteam: BOB361, BAS bvba, RCR, Daidalos Peutz

 

Procedure: Klassieke procedure

 

Gewest: Vlaanderen

GRO versie: 2017

 

Bewijsvoering voor fase: Aanbesteding

 

Typologie: Nieuwbouw slaapblok en paviljoen

 

Functie: Slaapgebouw met kamers, gemeenschappelijke functies

 

Beschrijving: Vormingscampus met verschillende markante gebouwen in beton, glas en hout van Paul Felix uit de jaren ‘60

 

Resultaat voor BEH1: Beter

Gebruik van GRO

Het project voldoet aan de eisen betreffende de ‘basis energiemonitoring’ en de ‘update energiemonitoring’.


Betreffende de ‘submetering van de grootste verbruikers, gebruikers en zones’ is het volgende :


De submeters voor verwarming worden voorzien per verdieping en per halve gang. Dit komt overeen met het horizontale verloop van de leidingen en de groepering per verdieping en halve gang.


Ventilatie, sanitair warm water en elektriciteit worden in hoofdzaak verdeeld via verticale kokers vanwaar ze 1 of 2 kamers bedienen. Indien we dit eveneens willen meten zal er per kamer een submeter geplaatst moeten worden, hetgeen een aanzienlijke meerprijs met zich meebrengt. Water, regenwater, ventilatie en elektriciteit worden dus op gebouwniveau gemeten.

De beoordeling gebeurt aan de hand van verschillende niveaus van energiemonitoring (bovenvermelde 3 eisen). De eisen zijn gradueel opgebouwd van 1 t.e.m. 3.

 

Aan eis 1 en 2 is voldaan, aan deeleis 3 niet.

Het prestatieniveau “beter” wordt gehaald.

 

 

 

Score overzicht van het voorbeeldproject


Links en downloads

Wij danken alle betrokken partijen voor hun bijdrage aan deze voorbeelden.